Hoeselt Vrugger   |     Contact   |     Zoeken
 
 

 

Uit de volksmond

Stuleze Mam en de klokkenrovers

Lambrecht Lambrechts publiceerde in 1931 het verhaal van de klokkenroof in Hoeselt tijdens de Franse Revolutie, zoals hij dat uit de volksmond had opgetekend.
In die kwade tijd werd er gevochten rond de oude kerk van Hoeselt, die zich nagenoeg op dezelfde plaats bevond waar het huidig gebouw staat. De kapelaan wijdde de pangeweren van de boeren. De Fransen herschiepen de kerk in een paardenstal. Daar baron de Moffarts vernomen had, dat de bezetting van de streek teruggeroepen werd, ging hij mijn overgrootvader verzoeken de soldaten op zijn rekening te trakteren en, zo mogelijk, dronken te maken. De oude Stulens, die herbergier was, nam het voorstel aan, schonk druppels en kwinkslagen, en hield de kerels geruime tijd aan de praat Zij hadden reeds een klok naar beneden gestoten en ze daarna een meter diep in de grond begraven. Nu waren zij bezig met de tweede klok los te maken; Daar kwam de tijding dat zij sito moesten opkramen. Zo heeft mijn overgrootvader twee op de drie klokken van Hoesselt gered.
Wat is hiervan waarheid... wat is hiervan legende ? Wij trokken dit even na.

We schrijven het jaar 1799. De Franse bezetters hadden van alle kerken een inventaris laten opstellen van de aanwezige klokken. De bedoeling was duidelijk: op een gemakkelijke wijze aan brons geraken voor het gieten van hun kanonnen. In iedere kerktoren mocht er één klok blijven hangen voor de tijdsmelding.
In onze streken werd de compagnie Lonnoy rondgestuurd om overal de klokken uit de kerktoren te stelen. In het kanton Bilzen alleen reeds werden tijdens de eerste helft van 1799, 16 klokken geroofd. In juli 1799 kwam vanuit Parijs de opdracht om de plundering van klokken te staken. Veel moeten de klokkenrovers zich daar niet van aangetrokken hebben, want op 7 augustus 1799 maakten zij ook hun opwachting in Hoeselt, onder het bevel van generaal Deverchin.

Op dat ogenblik was een zekere Petrus-Willem Stulens, de 38-jarige zoon van de vroegere schepen Hendrik Stulens, als eerste nà de Franse Revolutie, maire of burgemeester van Hoeselt. Van beroep was hij wassenkersenmaeker en bestierder van andermans affairen, zeg maar boekhouder.
De Fransen maakten er bij hun aankomst onmiddellijk werk van en wisten voor valavond twee van de vier klokken uit de kerktoren te halen: de tiendklok en de Ambrosiusklok.
Petrus-Willem Stulens wilde erger voorkomen en logeerde de Franse soldaten in de schuur van Willem Mercken. Op kosten van de gemeente leverde Hendrik Koelen 22 busselen stro om het de heren maar zo comfortabel mogelijk te maken. In de gemeentekas wist Stulens nog 3 gulden en 12 stuivers te vinden en daarmee kocht hij 6 flessen eau de vie om de Fransen te bezatten. 's Anderendaags zal de kater hen niet toegelaten hebben om ook de andere twee klokken naar beneden te halen, en dropen de Fransen af. Twee klokken bleven zo gespaard, waaronder de zware gemeenteklok van 1606, die thans nog in de toren hangt.

Petrus-Willem bedankte in 1800 voor het burgemeesterschap en werd ontvanger van belastingen. Zijn echtgenote, Johanna Thewissen, Stuleze Mam, had het kaarsenwinkeltje inmiddels uitgebreid tot een kruidenierswinkeltje met annex café: bij Stuleze Mam.

Lambrecht Lambrechts had het meer dan honderd jaar na de feiten wel horen luiden, maar wist blijkbaar toch niet zo heel goed meer waar de klepel hing...


Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be