Hoeselt Vrugger   |     Contact   |     Zoeken
 
 

 

Ach zo zat dat

Burgerlijke Stand 19de eeuw: Huwelijken

Na de Franse Revolutie heeft het even geduurd eer de Burgerlijke Stand in de dorpse samenleving ingeburgerd was. De bevolking had immers eeuwenlang geleefd bij de gratie van aloude gewoonten en gebruiken. En volgens die traditie werd er in de kerk getrouwd. Met Gods zegen en die van de pastoor én voor eens en altijd.
Het zinde niet iedereen dat de ambtenaar van de Burgerlijke Stand op de eerste plaats kwam om een koppel wettig in de echt te verbinden - en dat die band daarenboven verbreekbaar was. Alhoewel de Burgerlijke Stand bij decreet werd ingevoerd op 16 juni 1796, dateert in Hoeselt de oudste burgerlijke huwelijksakte pas van juni 1798. In die eerste jaren staan er in de registers van de Burgerlijke Stand opvallend weinig huwelijken.
Na 1802, toen de kerken weer opengingen en de pastoors weer in het openbaar - en niet in het geniep - sacramenten konden toedienen, verbeterde de situatie. De Burgerlijke Stand verloor zijn antiklerikaal imago en de weerstand nam af. Nochtans bleef een harde kern van fervente reactionairen halsstarrig hopen op het herstel van de oude gebruiken. En dan was er nog een handvol rasechte dwarsliggers. Zowel de enen als de anderen meden het gemeentehuis maar moesten twintig of meer jaren later noodgedwongen wel tot inzicht komen!


Sinds het begin van de Franse Tijd is er aan de omkadering- en de akte- van een burgerlijk huwelijk omzeggens niets veranderd...

Het burgerlijk huwelijk behoorde vooraf te gaan aan het eventueel kerkelijk huwelijk.

Drie weken op voorhand werd het huwelijk aangekondigd en kon of moest iedereen die weet had van enig bezwaar of beletsel, dit meedelen aan de bevoegde ambtenaar. Deze verplichting was slechts een herneming van het vroegere gebruik dat ieder huwelijk voorafgaandelijk drie keren moest geroepen of gebannen worden vanaf de preekstoel.

Het huwelijk werd gesloten in het gemeentehuis voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, meestal de burgemeester zelf.

Ook de ouders van bruid en bruidegom werden op het gemeentehuis verwacht, al was het maar om te laten blijken dat zij de trouwlustigen geen stroobreed in de weg wilden leggen. Een minderjarige trouwer had daarentegen de uitdrukkelijke toestemming nodig. Meerderjarig werd men in die tijd pas op zijn - of haar - vijfentwintigste!
Ouders die niet konden aanwezig zijn gaven hun toestemming per notarisakte. Was een ouder 'afwezig', onbereikbaar of 'zoek', dan werd van die afwezigheid een procesverbaal opgemaakt mét verschillende getuigenverklaringen.
Was de toekomstige echtgeno(o)t(e) een wees dan kwamen de grootouders, zoniet andere familieleden of een voogd, hun (stilzwijgende) instemming met het huwelijk betuigen.
Tenslotte waren minimum twee getuigen aanwezig die de huwelijksakte tezamen met de kersverse echtgenoten ondertekenden.

In de huwelijksakte werd - weliswaar niet altijd even secuur en volledig - geregistreerd:
  • de datum van het huwelijk
  • van bruid en bruidegom: naam, voornaam, geboortedatum of leeftijd, geboorteplaats, woonplaats, beroep; eventueel de naam en overlijdensdatum van de vorige partner.
  • van de ouders: naam, voornaam, beroep, woonplaats, eventueel datum en plaats van overlijden.
  • van de getuigen: naam, voornaam, leeftijd, woonplaats, beroep en verwantschap met de trouwers.
  • het feit dat de huwelijksaankondiging openbaar was gemaakt en of er - en zo ja welke - bezwaren waren tegen het voorgenomen huwelijk.
  • eventueel het militiebewijs van de bruidegom.
  • eventueel de datum van het huwelijkscontract en de naam van de notaris voor wie het gesloten was.
  • eventueel de naam, geboortedatum en geboorteplaats van de natuurlijke kinderen die door het huwelijk gewettigd werden en de familienaam van de bruidegom kregen. Ook al had de natuurlijke vader het kind na de geboorte zelf aangegeven en erkend, dat volstond niet om het te wettigen.

De gegevens
Van de deelgemeenten Schalkhoven en Romershoven zijn niet alle registers aanwezig in het archief van de gemeente.

Schalkhoven: voor de periode 1800-1832 maken we gebruik van een beknopte samenvatting met data uit de duplicaat-registers die elders bewaard bleven; voor de periode 1833-1910 komen de gegevens uit het gemeentelijk archief.

Romershoven: omdat uit de 19de eeuw enkel de registers van de jaren 1881-1900 aanwezig zijn blijft de inbreng van Romershoven in dit overzicht eerder beperkt.

Voor de andere gemeenten komt het vermelde aanvangsjaar overeen met de datum van de eerst geregistreerde huwelijksakte.

Voor Schalkhoven en Hern zijn ook de eerste tien jaren van de 20ste eeuw in de bestanden opgenomen.



Er is heelwat afgetrouwd in Hoeselt... maar of dat veel of weing was kan zomaar niet beoordeeld worden. Men kan maar iets zinnings over dat aantal zeggen als men het bekijkt tegenover het aantal inwoners. Bevolkingscijfers zijn er pas vanaf 1821. Vanaf dan is het mogelijk het aantal huwelijk te herleiden tot hun promille, met andere woorden: tot het aantal huwelijken per duizend inwoners. De laatste vier kolommen in bijgaande tabel geven dit promille:
- eerst voor de gehele periode,
- dan voor de jaren tot 1850 (A),
- vervolgens voor de tweede helft van de eeuw (B)
- en tenslotte voor de eerste tien jaar van de 20ste eeuw in Schalkhoven en Hern.
Er is onmiskenbaar een dalende evolutie waar te nemen in het promille. Die vaststelling vindt bevestiging in de uitgesproken lage scores in het eerste decennium van de 20ste eeuw.

Ter vergelijking:
tegenwoordig ligt het promille huwelijken in het Vlaams Gewest tussen de 4 en de 5;
dertig jaar geleden lag het nog rond de 7!


Wanneer?
In de kerk golden de advent en de vasten als gesloten tijd, twee perioden waarin in principe geen huwelijken werden ingezegend. Dispensatie wegens dringende omstandigheden kon aangevraagd en verkregen worden.
In de revolutionaire wetgeving over de Burgerlijke Stand was elke terugkoppeling naar de kerkelijke gebruiken van vroeger uit den boze. Alhoewel van 'gesloten tijd' geen sprake meer was, hield men zich toch nog vrij stipt aan de oude regel. Het kerkelijk huwelijk volgde in de meeste gevallen onmiddellijk na het burgerlijk. Vandaar dat in bijgaande grafiek - die in procenten de spreiding van de huwelijken over het jaar weergeeft - de maanden maart en december uitzonderlijk laag scoren. Februari, waarin de vasten begint vertoont een kleine piek. Zo was dat ook al in de 18de eeuw: zorg dat je getrouwd bent voor de vasten begint. Alhoewel! Vasten betekende volgens de kerkelijke voorschriften ook: onthouding.
In de zomermaanden moest er in de eerste plaats hard gewerkt worden op het veld met oogsten en inschuren... zodat de huwelijkspiek in oktober valt.

In Schalkhoven was de maand november de uitschieter, gevolgd door februari en april.
In Hern lag de top in februari met november als tweede.
In Werm trouwden bijna 18 % van de koppels in januari. Zowel in februari als oktober zijn daar 14 % van de huwelijken gesloten.

Jonge koppeltjes?
Welgeteld zijn er in de beschouwde periode - op een totaal van 1692 groot-Hoeseltse huwelijken - 41 tieners getrouwd! Te weten: 3 jongens en 38 meisjes. Tezamen maakten ze 1,8 % uit van de trouwers; specifieker: 0,26 % van de mannen en 3,27 % van de vrouwen.

De grote meerderheid wachtte dus nog jaren om de (eerste) grote stap te zetten want de gemiddelde huwelijksleeftijd lag voor mannen rond de 31 jaar en voor vrouwen rond de 29 jaar.
Dit hoge gemiddelde was grotendeels te wijten aan het betrekkelijk groot aantal late trouwers.

Alhoewel de piekleeftijd (de leeftijd waarop het aantal trouwers het grootst is) in bijna alle gevallen een stuk lager lag dan het gemiddelde, waren het, naast de dertigers, voorals de veertigers en vijftigers die het gemiddelde omhooghaalden.

Voor wat betreft Werm en Romershoven: hier scoorden de twee (of drie) genoemde leeftijden even hoog. In Romershoven blijken veruit de meeste bruidjes twintigers, maar er was net één dertigjarige méér...

Vergelijk de piekleeftijden met de gemiddelde leeftijden...


In Romershoven, waarvan enkel de gegevens uit de laatste twee decennia van de 19de eeuw verwerkt zijn, liggen de cijfers lager. Behalve voor de weduwen en weduwnaars...

De late trouwers 1: Minder kinderen - maar de gevolgen...
Waarom zo'n aanzienlijk aantal late huwelijken?
Een meisje, dat als jonge twintiger trouwde, zag een rijke kinderzegen tegemoet.
In de meeste gezinnen kwam de ooievaar om de twee jaar. Ook na hun veertigste kregen veel vrouwen nog één of twee kinderen.
Vermoedelijk stelden de koppels, die het wachten aankonden, bewust het huwelijk en zijn geneugten uit om het kinderaantal te beperken.
Maar... late huwelijken vergrootten de kans op jonge weeskinderen.

De leeftijdsverwachting in België steeg in de loop van de 19de eeuw van minder dan 40 jaar tot 50 jaar. De mannen mochten iets minder verwachting koesteren dan de vrouwen.
[NU ligt de levensverwachting voor de vrouwen boven de 80 jaar, voor de mannen iets eronder]

De kans dat één van de ouders, zoniet beide ouders, overleden waren vooraleer hun kinderen - en zeker de jongste kinderen - de volwassen leeftijd bereikten, was in elk gezin reëel. Voor late trouwers het meest. In zo'n geval bleef de overblijvende partner veelal zitten met een huis vol kinderen, die nog niet voor zichzelf of voor elkaar konden zorgen.

De huwelijksakten vermelden, tenminste als ze correct zijn opgesteld, of de ouders van de echtgenoten al dan niet nog in leven zijn. Nu zijn in verschillende van de oudste akten wel de ouders vernoemd maar niet altijd hun eventueel overlijden. Als we in het volgend overzicht de gezinssituatie schetsen bij het huwelijk van de kinderen moeten we rekening houden met deze vaststelling. De cijfers komen overeen met de exacte inhoud van de akten; het percentage overleden ouders, dat zo al erg hoog is, zou mogelijk nog hoger kunnen zijn...


De late trouwers 2: Tweede, derde en vierde huwelijken
In Hoeselt waren 13,2 % van de huwelijken tweede- , derde- of vierde huwelijken. In de kleinere dorpen lag dit percentage zelfs nog beduidend hoger.
De combinatie weduwnaar & weduwe was niet zo voor de hand liggend als men zou vermoeden: de meeste weduwnaars kozen voor een onervaren(?) bruid en de meeste weduwen kozen voor een jonkman. In alle deelgemeenten hertrouwden meer weduwnaars dan weduwen. (behalve in Romershoven)

Het leeftijdsverschil bij een volgend huwelijk was veelal groot, maar meestal waren het de mannen die een jongere partner kozen...

Gemiddelden zeggen niet veel… de uitersten spreken meer tot de verbeelding.
De records in leeftijdsverschil tussen partners waren:


De late trouwers 3: De wet der traagheid...
De koppels die in het eerste decennium van het Nieuwe Régime alleen in de kerk trouwden hebben bijna allemaal gewacht tot de jaren 1820 of later om zich met de wet in orde te stellen.
Hun aantal was niet overdreven groot maar hun leeftijden beïnvloeden natuurlijk de gemiddelde huwelijksleeftijd.
Wil je onmiddellijk lezen welke gezinnen
het moeilijk hadden met de nieuwe instellingen?
Ga dan verder naar "Startersproblemen".


Origine van de echtgenoten
Er is altijd wel wat over- en weer getrouwd tussen de omliggende dorpen. Maar in de 19de eeuw werden de poorten groot opengezet. Natuurlijk bleven kandidaten uit het eigen dorp (meestal) in de meerderheid, maar uit volgende overzichten mag blijken dat ze met velen van andere oorden kwamen... en vaak door de dienstingang!

Hoeselt

Tenminste één van de partners woonde bij zijn/haar huwelijk in Hoeselt. Het was de regel - maar niet de wet - dat getrouwd werd in de woonplaats van de bruid. Het is dus logisch dat onder de bruiden veel meer Hoeselaren te vinden zijn dan onder de bruidegoms.

70 % van de bruidegoms had zijn woonplaats in Hoeselt. Van de vrouwen was dat 94 %. In deze getallen is geen rekening gehouden met het feit dat de inwonende knechten en meiden die als Hoeselaren beschouwd werden meestal van elders kwamen. Aangezuiverd door rekening te houden met de geboorteplaats van de deze 'tijdelijke' Hoeselaren dalen
de procenten tot 65 % voor de mannen en 87,5 % voor de vrouwen.

Als we dan nog een generatie verder aanzuiveren en kijken wie van de trouwers niet alleen in Hoeselt woonde maar er ook geboren was, dan komen we uit bij 54 % authentieke Hoeseltse bruidegoms en 75,5 % dito bruiden. Dus toch nog heelwat externe partners!

Van waar ze kwamen? De meest gegeerde niet-Hoeseltse levensgezel (m/v) was een... Bilzenaar! Met stip.
Maar ze kwamen ook van verder, zelfs van over de grenzen...

Uit het Waals-Brabantse:
In 1872 trouwde de 25-jarige Gustave Adolphe Ovide Lathuy uit Orp-le-Grand met de 35-jarige Marie Catherine Philomene Clerx uit de Hulstraat in Hoeselt. Gustave was de eerste Lathuy in Hoeselt.

In 1896 trouwde Ferdinand Joseph Dupont, 46 jaar, metselaar en weduwnaar, eveneens afkomstig uit Orp-le-Grand, met de 25 jarige Maria-Anna Lormans, dochter van Jan Lormans en Catharina Thompson, herbergiers op de Steenweg. Het gezin startte 'op de Steenweg', maar woonde in 1900 'in het Dorp'. Ferdinand was de eerste Dupont in Hoeselt.

Uit Duitsland:
In april 1813 trouwde Matthias Merx, een 59 jarige uit Aken afkomstige weduwnaar die tondeur des draps of lakenscheerder was, met Jeanne Zeegers. Jeanne woonde in Hoeselt-Dorp, ze was 53 jaar oud, vendeuse de genièvre en een 'jongedochter' met een dochter. Geen twee jaar later is de man gestorven - toen had hij als beroep naaldenverkoper. Vijf jaar later verkocht ook Jeanne geen jenever meer... ze was spinster.

Uit Nederland:
Jan-Willem Jacobs, koopman, in 1844 geboren in Ubach-over-Worms bij Kerkrade, woonde daar nog steeds toen hij in 1868 in Hoeselt kwam trouwen met Maria Pellaers. Maria was de 27-jarige dochter uit het gezin van Andries Pellaers en Margareta Dézandré. Hoe raakte een jongeman uit Ubach-over-Worms aan een bruid uit Hoeselt?
Sinds 1865 woonde hier, in het Dorp, Henri Jacobs, een oudere broer van Jan-Willem. Henri was koopman-winkelier... en hij werd ook wel de Keesman genoemd, althans de 'Hoeseltse' keesman! In Bilzen woonden nog twee broers!
De gebroeders Jacobs kwamen dus uit Ubach-over-Worms (anders: Waubach), een klein dorpje bij de grens van Nederlands-Limburg en Duitsland. Verschillende van hun voorouders Jacobs waren van vader op zoon schoenmakers in Heerlen en Nieuwenhagen (dat aan Waubach grenst) tot en met Jan-Pieter Jacobs, geboren in Nieuwenhagen in 1802, de vader van de vier broers. Jan-Pieter begon zijn carrière als schoenmaker maar gooide het roer al gauw om en werd koopman. Misschien onder impuls van zijn toekomstige schoonfamilie? Hij trouwde in 1828 met Maria-Catharina-Josepha Cörvers van Ubach-over-Worms, een dochter uit een familie van rondtrekkende kooplui of kramers. Het gezin Jacobs-Cörvens vestigde zich in Ubach-over-Worms. Jan-Pieter en later ook zijn zonen waren 'reizende' kooplieden. Verhandelden ze kaas? Of zou de bijnaam die hen hier gegeven werd alleen verwijzen naar hun land van herkomst? En waarom emigreerde bijna dit hele gezin naar België? Het begon met de oudste zoon, Nicolaas, die in 1860, met zijn jonge vrouw Anna-Maria-Francisca Römkens en enkele kleine kinderen in Bilzen neerstreek om er een winkel te openen in de Brugstraat. Zowel Henri als Jan-Simon, de nog niet met naam genoemde broer, kwamen vervolgens naar Bilzen waar ze tijdelijk bij Nicolaas introkken. Jan-Simon trouwde in 1862 met de Bilzense Anna-Catharina Maurissen. Hij en zijn vrouw bleven in Bilzen wonen.
Henri koos voor een meisje uit Nieuwenhagen en ging daar in 1865 trouwen met zijn uitverkorene: Maria-Gertrudis-Hubertine Römkens. (géén zus van de vrouw van Nicolaas). Het huwelijk werd, zoals dat hoort, in Bilzen aangekondigd. Dit jonge echtpaar vestigde zich in Hoeselt.
Vader Jan-Pieter deed tenslotte ook zelf de grote oversteek: eind jaren 1860 kwam hij tezamen met zijn jongste dochter Maria-Josepha in Hoeselt wonen.
Maria-Josepha trouwde in 1872 in Hoeselt met Cornelius Jorissen, de zoon van Joannes-Franciscus Jorissen en Elisabeth Loyen.
Vader Jan-Pieter stierf in Hoeselt in 1875. Zijn vrouw was al in 1859 in Ubach-over-Worms overleden.
En Henri... was ondertussen de stamvader geworden van de Hoeseltse Keesmannen.

het aanzoek
Verschillende bruidjes waren afkomstig van deze of gene zijde van de Maas. De meesten kwamen als dienstmeid naar Hoeselt. Enkele voorbeelden:
- Jean Coenen, van Hoeselt, trouwde in 1798 met Marie-Gertrude Peters uit Mesch bij Eijsden. (Ned.)
- Cornelia Honé uit Meerssen (Ned.) werd in 1838 de vrouw van Gilis Croux, landbouwer in het Hombroek.
- Winand Mercken, hoefsmid op de Steenweg, koos in 1844 voor Marie-Clementine Groeven uit Struckt. (Ned.)
- De zussen Maria-Sophia Snellings (x Pieter Buysmans) en Joanna-Maria-Elisabeth Snellings (x Frans Lemoine), allebei geboren in Meeswijk, kozen in 1851 en 1860 voor Hoeseltse echtgenoten. Maria-Sophia was bij haar huwelijk dienstmeid in Hoeselt. Ook haar zus 'woonde' in Hoeselt toen ze trouwde.
- Tenslotte was er de koopvrouw Anna-Barbara Detrée. Ze werd in 1821 in Maaseik geboren. In 1855 woonde ze in Hoeselt en trouwde er met de twintigjarige Jan Hollants, handwerker. Hun kinderen zijn geboren tussen 1857 en 1866. Vanaf 1858 was Jan een wandelende, later een reizende, koopman en Anna-Barbara simpel en gewoon een moeder aan de haard...

Schalkhoven

Voor Schalkhoven hebben we de gegevens uit de jaren 1833-1910 verwerkt. In deze periode zijn er wettelijk 109 huwelijken gesloten. 54,6 % van de mannen en 94,5 % van de vrouwen woonden op de vooravond van hun huwelijk in Schalkhoven.
48,6 % van de huwelijken: beide partners zijn al inwoner van Schalkhoven
81,7 % van de huwelijken: tenminste één partner is in Schalkhoven geboren
15,6 % van de huwelijken: beide partners zijn in Schalkhoven geboren
Van de bruidegoms die niet in Schalkhoven woonden bij hun huwelijk, waren die van Hoeselt met 19 % het best vertegenwoordigd. Ze waren welgeteld met 10!
Van de zes (6) bruiden die van elders naar Schalkhoven kwamen om te trouwen woonden er 3 in Hoeselt!

Of het personeel van 'het kasteel' en of de notoire gasten die er ontvangen werden een rol speelden op de plaatselijke huwelijksmarkt is niet zeker. Desalnietemin kwamen verschillende huwelijkspartners van ver en zelfs van zeer ver!
Enkele markante huwelijken...

In 1838 trad Joannes-Hendrik Klinkenberg in het huwelijk met de 38-jarige Anna-Maria Cox van Schalkhoven. Joannes-Hendrik was van beroep blauwverver en geboren in Waldenrath, Pruisen, maar hij woonde in Grevenbricht, Nederland. Het echpaar bleef niet in Schalkhoven wonen.

1878. Joannes Lowet, 31 jaar en koetsier van beroep , gaf in Schalkhoven het jawoord aan de 26-jarige Anna Catharina Germis, dienstmeid, geboren en gedomicilieerd in Dormael. Ook in 1906, toen zijn oudste zoon trouwde, was Jan nog altijd koetsier; een jaar later staat hij vermeld als landbouwer.…

In 1887 vond de 47-jarige landbouwer Theodoor Colette uit Bunde, hertogdom Limburg, in Schalkhoven zijn tweede vrouw: Elisabeth Verjans, de 32-jarige dochter van Laurens Verjans en Anna Hauben. Theodoor was 8 maanden geleden weduwnaar geworden...

Jan-Felix Ghijsens was in 1812 in Schalkhoven geboren in het gezin van Aegidius Ghijsens en Ida Vansichen. In 1851 huwde hij in Tongeren met Maria-Anna-Françoise Coart. Hun eerste kind werd een jaar later in Bocholz (zuid-oost Nederlands Limburg, bij de Duitse grens). Een andere dochter van dit echtpaar is in 1862 geboren in Valkenburg (Nederlands Limburg). Het echtpaar heeft dus een hele tijd in het buurland gewoond maar keerde terug naar Schalkhoven! Toen daar in 1869 het oudste meisje stierf was het beroep van haar vader 'oud-ontvanger'. Jan-Felix zelf is in 1871 overleden, als rentenier. Zijn vrouw leefde tot 1890.
De andere dochter (° 1862, Valkenburg) heette Victoria-Julia en werd in 1888 ten huwelijk gevraagd door -en gegeven aan- de 23-jarige Jean-Baptiste Réard uit Morfontaine in Frankrijk (regio Lotharingen).

Schalkhoven was ook getuige van de huwelijken van enkele kasteeldochters:

In 1824 werd de 24-jarige Maria-Florentina-Hendrica Duvivier de tweede echtgenote van de 29-jarige advokaat Hendericus Joannes Leo de Matthijs uit Bilzen, weduwnaar van Maria-Josephine-Jannette Sigers (+1819).

In 1834 nam Gerard Arnold Alexander Desrubens, een rentenier uit Tongeren, Maximiliana Frederica Duvivier tot vrouw.

In 1836 was Natalie Duvivier, 32 jaar en eigenares van beroep, de uitverkorene van Theodorus Nicolaus de Borman, advokaat in Borgloon. Dit echtpaar zou in Schalkhoven op het kasteel komen wonen.

Hun dochter Adeline de Borman, in 1842 geboren in Horpmaal, trouwde in 1865 in Schalkhoven met Edmont de Fauconval, geboren in Leuven in 1841.

Hern

Hern was in de 19de eeuw een druk bezocht bedevaartsoord. Nochtans zijn er geen aanwijzingen dat de huwelijksmarkt hierdoor beïnvloed werd.
51 % van de bruidegoms en 93 % van de bruiden woonden bij hun huwelijk in Hern.
Van alle mannen was maar 31,7 % in Hern geboren!
45,4 % van de huwelijken: beide partners zijn al inwoner van Hern
79,5 % van de huwelijken: tenminste één partner is in Hern geboren
17,0 % van de huwelijken: beide partners zijn in Hern geboren
* In de Burgerlijke Stand van Hern is een uittreksel opgenomen van een huwelijksakte uit de Burgerlijke Stand van Lille.
Het gaat om het huwelijk van Hubert Mombeek en Elise-Celine Plusquin dat in oktober 1887 in Lille gesloten is.
Hij: domestique, 35 jaar; woonplaats: Lille; geboren in Hern als zoon van Thomas Livin Mombeek en Anna-Marie Loix.
Zij: servante, 25 jaar; woonplaats: Lille; geboren in Merville als dochter van Cesar Henri Plusquin, metser, en Clemence Rosalie Delmaille.
Hubert woonde, volgens het register, al negen maanden in Lille en dat op hetzelfde adres als Elise-Celine. Bij dit huwelijk werd een dochtertje erkend en gewettigd dat geboren was in Lille op 11 november 1885 en ingeschreven in de Burgerlijke Stand als Aline-Joseph Plusquin.
Ofwel woonde Hubert al veel langer dan die negen maanden in Lille, ofwel had hij een heel groot hart...

De eerste burgemeester van Hern
Winand Berden, geboren in 1753 in Hern, rentmeester te Hardelingen, trouwde in 1791 in Hoeselt met Catharina Hollants. Een tweede huwelijk volgde, wellicht rond de eeuwwisseling, met Anna-Catharina Esselen van Wellen. Zijn tweede vrouw is op vijftigjarige leeftijd in Hern overleden in juni 1805. In oktober 1805 hertrouwde Winand in Werm met de vierentwintigjarige Anna-Elisabeth Peters, geboren in Schalkhoven. Hij was ondertussen (onder het Nieuwe Régime) maire of burgemeester geworden van Hern en hij was nu niet meer rentmeester maar landbouwer. Winand stierf op 12 april 1808. Blijkbaar kinderloos.
Zijn jonge weduwe wachtte bijna een heel jaar eer ze in februari 1809 hertrouwde met de 23-jarige molenaar Jean-Mathieu-François Somers van Hoeselt. Jean-Mathieu verzaakte aan het molenaarschap en zette in Hern de landbouwerij van zijn voorganger verder. Hun enig dochtertje Anne-Aldegonde werd geboren in 1810 en zou overlijden in 1819. Anna-Elisabeth en Jean-Mathieu stierven allebei in 1856: zij in juli, hij in december.

Trouwdag voor onderwijzers
Zouden de leerlingen van de gemeentescholen van Hern en van Romershoven op woensdag 6 juni 1894 vrij gekregen hebben?
Of ging het er zo prozaïsch aan toe dat onderwijzers na hun uren moesten trouwen?
Op die dag trouwden in Hern de gemeenteonderwijzers van beide dorpen...

De 25-jarige Willem Sengers van Opgrimbie woonde - of verbleef - in Hern, waar hij gemeenteonderwijzer was. Hij trouwde met de iets oudere, in 1863 geboren, Maria Hubertine Willems, de dochter van Laurens Willems en Marie-Therese Nartus, landbouwers in Hern.
De toekomstige bruid had bij haar huwelijk als woonplaats Tongeren.
Mogelijk heeft Willem Sengers voor het volgend schooljaar een betere aanbieding gekregen? Of bleef het gezinnetje Sengers kinderloos? Het is een feit dat hun namen na hun huwelijk niet meer terug te vinden zijn in de andere registers van de Burgerlijke Stand van Hern.

Egidius Johannes Hubertus Schouls was in 1863 in Munsterbilzen geboren. Hij woonde in Romershoven en was er gemeenteonderwijzer. Zijn uitverkorene heette Maria Buckinx, woonde Hern, en was de in 1859 geboren dochter van Gillis Joannes Buckinx (+1885) en Elisabeth Milissen, landbouwster. Na hun huwelijk woonden Egidius en Maria in Romershoven, maar... hun twee kinderen zijn in 1895 en 1902 in Hern geboren!

Werm

Ook in Werm gold de regel dat er getrouwd werd in het dorp van de bruid: 94,2 % van de bruiden woonde in Werm. 60,6 % van de bruidegoms was eveneens in Werm gedomicilieerd.
Als we echter kijken naar de geboorteplaats van betrokkenen, wordt dat: 69,5 % van de bruiden was in Werm geboren en 40 % van de bruidegoms.
Als echter weduwnaars en weduwen maar éénmaal geteld worden leidt dit tot volgende vaststelling:
70,4 % van de trouwers woonde op de vooravond van het huwelijk in Werm
49,8 % van de trouwers was in Werm geboren.
54,5 % van de huwelijken: beide partners zijn al inwoner van Werm
79,6 % van de huwelijken: tenminste één partner is in Werm geboren
16,1 % van de huwelijken: beide partners zijn in Werm geboren
Marie-Catherine Segers was het 19-jarig meisje uit Ulestraten dat in 1813 in Werm kwam trouwen met de 25-jarige Pierre Noben, laboureur, zoon van Pierre+ Noben en Gertrude Buckinx.
Gerard Segers en Marie-Ide Leenders, de ouders van Marie-Catherine, woonden in Ulestraten, nu een deelgemeente van Meerssen in Nederlands-Limburg. Vermoedelijk bleef het jonge paar niet in Werm wonen. Ze hebben er in elk geval geen sporen achtergelaten...

In oktober 1813 stierf in Werm de 58-jarige Laurent Willems. Laurent was fermier of pachter. Hij liet een vrouw en zes kinderen achter. Laurent Willems en zijn vrouw Elisabeth Ketelslegers waren er in 1796 als de kippen bij geweest om als één van de eerste koppels voor de wet te trouwen! Niet in Werm maar in Vliermaal...
Nadat hij in november 1795 in Vliermaal in de kerk getrouwd was met Elisabeth Ketelslegers - ruim voordat het decreet van invoering van de Burgerlijke Stand op 16 juni 1796 van kracht zou worden zodat hun kerkelijk huwelijk gold als wettig huwelijk - hernieuwden de echtelingen hun beloften op 17 juni 1796, één dag na de invoering van het decreet, voor de kersverse ambtenaar van Burgerlijke Stand van Vliermaal!
In november 1814, een goed jaar na de dood van haar man, hertrouwde zijn 44-jarige weduwe Elisabeth in Werm met de 33-jarige Daniël Groven uit Hern. Op 2 september 1815 schonk Elisabeth, in Werm, het leven aan twee dochtertjes: Maria-Elisabeth en Maria-Clemence Groven. Het gezin, dat nu acht kinderen telde, verhuisde naar Hern waar Elisabeth in 1839 en Daniël in 1859 overleden zijn.

1830. Hendrik Schoenmakers van Werm, 30 jaar, ging trouwen met Marie-Cathrijn, die, zonder werk en mét een dochtertje, eveneens in Werm woonde. Ze was 24 jaar geleden geboren in Neuville... Marie-Cathrijn meende dat ze Bewiers heette. Voor haar huwelijk moest ze een uittreksel aanvragen uit haar geboorteakte en daaruit vernam ze dat zij -en haar moeder- de familienaam Crahay droegen. Onmiddellijk werden haar naam en die van haar driejarig dochtertje veranderd in Crahay. Het kindje is niet erkend of gewettigd door dit huwelijk. In het gezin Schoenmakers-Crahay zijn 14 kinderen geboren.
Tegelijk met de informatie over haar naam kreeg Marie-Cathrijn de boodschap dat haar moeder nu in Hoeselt woonde!
Die moeder, Elisabeth Crahay, geboren in Chênée, was in de eerste helft van de jaren 1820 met haar man in Hoeselt beland. Die man heette Pierre Lemoine, de eerste Lemoine in Hoeselt. Hij was afkomstig uit Fleurus waar het koppel een tijdje gewoond had en waar op zijn minst één kind van hen ter wereld kwam. Tegen het einde van hun leven woonde het paar in de Toetelaar, een sociaal woonproject in de Dorpsstraat. Pierre stierf in 1856, 75 jaar oud. Elisabeth werd 89 jaar, ze is gestorven in 1864.
Haar dochter Marie-Cathrijn was al in 1855 overleden.

Dit verhaal gaat nog even verder... In januari 1838 stierf in Werm de 22-jarige Maria-Catharina Byviere. Haar familienaam staat in de index van het register geschreven als Bewiers. Ze was de echtgenote van ene Jan Danting en de dochter van Fransus Byviere/Bewiers en Elisabeth Lehey. Woonplaats van Maria-Catharina: aan het Kerkebroek onder Werm. Deze Maria-Catharina Bewiers kan niet dezelfde geweest zijn als de veel oudere Maria-Catharina Crahay. En dat was ze ook niet.
Lehey… moet de verbastering geweest zijn van Crahay; ook in de Hoeseltse registers staat deze naam op allerlei wijzen geschreven. We weten nu waarom Marie-Cathrijn toen ze in 1830 met Hendrik Schoenmakers trouwde veronderstelde dat ze Bewiers heette! Fransus Bewiers was wel (ooit) de man van haar moeder, maar wellicht niet haar vader. Anderzijds kan men zich afvragen of ouders aan twee van hun kinderen dezelfde voornaam zouden geven. Dat laatste probleem wordt opgelost in de akte van het tweede huwelijk van Jan Danting. Daar lezen we dat hij weduwnaar was van Anna-Catharina Byviere. Het huwelijk van Jan Danting en Anna-Catharina staat niet in het register van de Burgerlijke Stand.

Al op 1 mei 1838 trad weduwnaar Jan Servaes Danting opnieuw in het huwelijk. Nu met Maria-Josepha Licqué, de dochter van Jean Licqué (Likket) en Lucia Stulens. Jean Licqué uit Herstappe was in Werm verzeild geraakt als domestique, er in 1806 getrouwd en er gebleven.
Dochter Maria-Josepha Licqué was 28 jaar en hoogzwanger.
Jan Danting, veertig jaar ouder dan zijn nieuwe bruid, was in 1770 geboren in Richelle. Zijn moeder stierf toen hij zeven was en zijn vader vond de dood in de koolmijn van Trembleur.
Op 23 mei 1838 bracht Maria-Josepha haar eerste kind ter wereld: Joannes Ludovicus Danting. Er volgden nog vier dochters, waarbij één tweeling.
Jan Servaes Danting stierf in 1847. Bij zijn overlijden was zijn beroep 'handwerker'. Bij de geboorte van zijn kinderen staat hij vermeld als herbergier-winkelier.
Maria-Josepha Licqué is niet meer hertrouwd. Ze is gestorven in 1884.

December 1849. Françus Libert Pellerin, dientknecht in Werm, trouwde met de 31-jarige Maria-Elisabeth Daemen, de dochter van Jan+ Daemen en Helena Horten van Werm.
Echtgenoot Françus was in 1810 in Maastricht geboren als zoon van Pierre Pellerin en Anna Mulkens die ten tijde van het huwelijk van hun zoon in Givet (Frankrijk) woonden. Papa was soldaat in retrait.

In Werm werd een aardig mondje Frans gesproken!


Startersproblemen...

...in Hoeselt

Op 20 september 1807 trouwen Antoine Jackermans en Anne-Marie Zegers, twee veertigers, voor de wet. Ze laten ook hun dochtertje Joanna, geboren in 1799, wettigen. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand vergeet echter bij die wettiging de naam van het kind te noteren.
Dochter Joanna Jackermans wenst, even voor haar vijfentwintigste, zelf in het bootje te stappen. Dan staat ze plots voor een torenhoog probleem: ze moest bewijzen dat ze is wie ze zegt dat ze is, want:
- ze is niet met naam vernoemd in de huwelijksakte
- haar naam komt niet voor in het geboorteregister
- haar ouders zijn dood en kunnen haar niet nog eens erkennen.
Na getuigenverklaringen van familieleden en buren en na enkele vonnissen door de rechtbank van 1ste aanleg in Maastricht, bekomt ze op 20 januari 1824 een geboorteverklaring. Vier dagen later staat in haar huwelijksakte een geboortedatum en is ze de wettige dochter van haar overleden ouders.…

10 januari 1815. François Thewissen, pachter op Ter Bosch, en Anne Thoelen treden in het huwelijk. Hij 47, zij 30. Ze worden wettelijk in de echt verbonden, niettegenstaande er een certificat negatif is afgeleverd door de observant van de parochie, nl. pastoor Boonen.
Tegelijk worden de drie dochtertjes gewettigd die Anne in de jaren 1807-1814 op de wereld heeft gezet. François is de geboorte van het derde dochtertje zelf gaan aangeven en heeft toen al erkend dat hij de vader is.
In het geboorteregister komt ook de naam voor van Arnaud Thoelen, in 1804 geboren als zoontje van Anne Thoelen. Er is op dat ogenblik in Hoeselt maar één Anne Thoelen. Arnaud is bij het huwelijk van zijn moeder niet gewettigd. Wellicht is hij vóór 1815 overleden - zijn overlijden is echter niet ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand.

In juli 1816 treedt de 41-jarige Jean Menten van Althoeselt in het huwelijk met de 28-jarige Anne-Marie Vandeborn. De ouders van Jean zijn overleden, maar omdat de dood van vader Menten niet aangegeven werd moet die met een notarisakte bevestigd worden. Ook het tweejarig dochtertje van Jean en Anne-Marie staat niet geregistreerd in het geboorteregister. De ouders erkennen en wettigen hun kind bij hun huwelijk. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand schrijft echter alleen de geboortedatum op maar vergeet de naam van het kind te vermelden. Pas bij haar huwelijk, in 1854, komen we te weten hoe ze heet: Maria. Dit keer is er geen geboorteverklaring meer nodig zoals in 1824.…

23 oktober 1814. Jean Hellinx van Althoeselt, dagwerker, komt de geboorte aangeven van André, zoontje van hem en Anne Aerts. De moeder, afkomstig van Rijkhoven, is bevallen in zijn woning (dat wil zeggen: het koppel is samenwonend) en Jean erkent de vader te zijn. André krijgt de familienaam Aerts want zijn ouders zijn niet getrouwd. Dat euvel wordt pas verholpen in 1818 als de ouders trouwen en niet alleen André maar ook zijn zus Elisabeth wettigen. Haar geboorte werd in 1812 in Bilzen geregistreerd.
In 1818 is Jean Hellinx 30 jaar en... gepensioneerde militair!

Op 15 maart 1821 is het zover: Jan Pollaers en Marie-Catherine Jehaes gaan eindelijk trouwen voor de wet. Jean, haast zestig jaar, geboren in Gors-Opleeuw, pachter van de hoeve Kriekendaal (Overbos), heeft het been heel lang stijf gehouden! Maar nu de kinderen volwassen worden wenst hij dat hun eventuele huwelijksbootje onder een wettige vlag zou varen. Wellicht is er nog een betere reden: zijn achtenveertigjarige (toekomstige) bruid is voor de tiende en laatste keer hoogzwanger.
Bij dit huwelijk worden zeven kinderen, geboren tussen 1799 en 1817, gewettigd. Twee andere zijn vóór 1820 overleden en de jongste spruit zal het levenslicht zien op 14 april aanstaande...…
De geboorten van de twee oudste kinderen, in 1799 en 1801, zijn niet aangegeven. Bij de aangifte van de volgende zeven is Jan altijd vernoemd als aangever en vader. De kinderen hebben vanaf hun geboorte de familienaam Pollaerts. Zes keer is er in de formulering geen enkele allusie te vinden op een mogelijk onwettigheid. Eén keer is dat wel het geval.

Vanaf wanneer Jan Beerden en Marie-Gertrude Spinet een koppel zijn is niet meer te achterhalen. In de geboorteregisters van 1805 en 1808 staan de geboorten van hun kinderen Henry en Anne-Catherine Beerden. De ambtenaar van dienst zwijgt over wettig of onwettig.
Al in 1795 schonk Marie-Gertrude het leven aan eeen zoontje Arnold en in 1797 is haar dochterje Elisabeth geboren. De doopsels van die kinderen staan niet in het Hoeselts doopregister en hun geboorten zijn niet aangegeven; hun namen en gegevens worden pas op 26 maart 1821, en na een vonnis van de rechtbank van 1ste aanleg in Maastricht, opgenomen in het register van de Hoeseltse Burgerlijke Stand, onder de familienaam Spinet en met het label "onwettig".
Op 30 maart 1821, vier dagen later, gaan Jan Beerden en Marie-Gertrude Spinet een wettig huwelijk aan. Er worden drie kinderen erkend en gewettigd. Zoon Henry is er niet meer bij, mogelijk is hij overleden, maar zijn overlijden is evenmin geregistreerd.

De 19-jarige Marie-Catharine Coenen van Althoeselt brengt in mei 1814 een dochtertje Anne-Marie ter wereld. De geboorte wordt niet aangegeven. Zeven jaar later, op 30 juli 1821 haast Nicolaes Lenaers, landbouwer in Althoeselt, zich met het vonnis van de rechtbank (van 1ste aanleg, Maastricht) naar het gemeentehuis om daar alsnog -en als een fiere vader- aangifte te doen van de geboorte van het kind en het meisje de naam Anne-Marie Lenaers te geven. Ze blijft een onwettig kindje tot ze twee dagen later ter gelegenheid van het huwelijk van haar ouders gewettigd wordt.

Op dezelfde dag, 1 augustus 1821, staan ook Pierre Pellaers en Joanna Mercken voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Pierre is 57 jaar en lid van de gemeenteraad. Joanna is negen jaar jonger. Ze wonen met hun gezin op het Broek waar Pierre landbouwer is.
Pierre en Joanna zijn 24 jaar geleden, in mei 1797, voor de kerk getrouwd. Dat was bijna een jaar na de datum waarop de Burgerlijke Stand bij decreet is ingevoerd en het kerkelijk huwelijk niet meer als een wettig huwelijk gold. Zij, en met hen verschillende andere trouwlustigen, hebben zich daaraan niet gestoord. Zelfs de ambtenaar van de Burgerlijke Stand niet: de vijf kinderen van Pierre en Joanna zijn geboren tussen 1797 en 1813; ze zijn aangegeven volgens de regels van de wet en dragen de familienaam Pellaers. Nergens in de geboorteregisters staat dat die kinderen onwettig zijn. Maar toch! Ondertussen zijn drie van hun kinderen gestorven, de twee overblijvende, Adam en Marie-Catharine, worden nu bij - en door - het huwelijk van hun ouders erkend en gewettigd.

Joanna's broer verkeert in een gelijkaardige situatie...…

Lambert Mercken en Joanna Festiens wonen in Buckinxlinde en zijn kerkelijk getrouwd in januari 1797. In juli van hetzelfde jaar is hun dochtertje Cornelia gedoopt. Niet aangegeven, want het oudste geboorteregister vangt pas aan in oktober 1797! Hun drie volgende kinderen staan geregistreerd onder de familienaam Mercken. Geen zweem van onwettigheid in de geboorteakten! Maar toch!
Lambert en Joanna gaan hun burgerlijk huwelijk aan in januari 1822; ze erkennen en wettigen hun vier kinderen.

Jan Jehaes en Maria-Elisabeth Portugaels trouwen voor de kerk in september 1797 en in februari 1822 voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Bij die gelegenheid erkennen ze hun zes in leven zijnde kinderen die door dit huwelijk gewettigd worden.

De 24-jarige geneesheer Joseph Franciscus de la Brassine, geboren in Herderen, trouwt op 11 januari 1798 in de kerk van Beverst met de 31-jarige Anna-Maria Meyers van Bilzen. Hij vestigt zich als dokter in Hoeselt, 'op de Waard'. De geboorten van de oudste twee dochters, één in Bilzen en één in Hoeselt, zijn niet geregistreerd. De twee volgende kinderen zijn wel aangegeven. Ook de dokter heeft - dit moet een bewuste keuze zijn - het burgerlijk huwelijk zolang mogelijk voor zich uitgeschoven! In april 1822 stelt hij orde op zaken door nogmaals te trouwen en zijn kinderen te erkennen zodat ze door dit huwelijk gewettigd zijn.

Thomas Thompson en Deodata Stulens zijn op 31 juli 1796 getrouwd in de kerk van Hoeselt. In april 1822 staan ze voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand om hun relatie en hun zes in leven gebleven kinderen te wettigen. Vier van die kinderen zijn bij de geboorte geregistreerd onder de naam Thompson. Toch is dit huwelijk nodig om hen te wettigen.

Ook Jacob Gilissen en Anne-Catharine Noben trouwen in 1822. Hij is 43 en zij 55. Ze erkennen en wettigen twee kinderen die als onwettig geregistreerd staan onder de namen Catharine en Louis Noben, geboren in 1806 en 1811. Louis is al van bij zijn geboorte erkend door zijn vader.

Als in 1823 Dirik Clerx, van Grote-Bivelen, en Michaele-Cathrien Devoet, van de Devoeten uit de Hulstraat, willen trouwen stellen ze vast dat de toekomstige bruid niet geregistreerd staat in het geboorteregister; dus officieel niet bestaat. De ouders van Michaele zijn overleden en kunnen haar niet meer als hun dochter erkennen. Nonkel Paul-Michel-Armand Devoet, rentenier in Hoeselt, haast zich naar Maastricht om daar voor de rechtbank een geboorteverklaring af te leggen. Waarna vonnis. In dat vonnis stelt de rechtbank dat het eertijds niet-inschrijven van de geboorte moet beschouwd worden als een tekortkoming van de gemeentelijke administratie.

In september 1802 is Elisabeth, het dochtertje van Ida Lambrechts geboren. De geboorte wordt niet aangegeven. In juni 1803 trouwt Ida - voor de wet - met Willem Zegers. Elisabethje wordt niet erkend of gewettigd.
Twintig jaar later: Elisabeth is zwanger van - en zou wel willen trouwen met - Christiaen Daniëls van Schalkhoven. Ze heeft echter geen wettig geboortebewijs en dat kan blijkbaar niet onmiddellijk uit de mouw getoverd worden. In elk geval is het kindje er eerder dan de akte.
Eindelijk, op 9 januari 1824, en na vonnis van de rechtbank in Maastricht, wordt haar geboorteverklaring ingeschreven in de Hoeseltse registers. Willem Zegers, de aangever, verklaart dat Elisabeth een kind is van hem en zijn 'tegenwoordige' huisvrouw. In december 1823 was haar in een 'akte van algemene bekentenis' nog de naam Elisabeth, onwettige dochter van Ida Lambrechts gegeven. Nu verklaart Willem dus de wettige vader te zijn.
[Hetzelfde vonnis vermeldt dat er in 1814 en 1815 ook al vonnissen uitgesproken zijn die verwezen naar de nalatigheid van de (Hoeseltse) gemeentelijke registratie.]
Eén dag later trouwen Christiaen Daniëls en Elisabeth Zegers. Ze erkennen en wettigen hun dochtertje Anna-Maria.
En hoe staat het in de huwelijksakte? 'De bruid is geboren als de natuurlijke en onwettige dochter van Ida Lambrechts, maar is gisteren erkend door Willem Zegers'!
Jaren later zal hún dochter Anna-Maria Daniëls zelf ook nog gedwarsboomd worden door de wetgeving als ze, een jaar na de dood van haar man, wil hertrouwen met de weduwnaar van haar zus. (Anna)-Maria Daniëls en Henri Ketelslegers trouwen op 4 juni 1874 nadat ze twee dagen eerder bij besluit van zijne Majesteit dispensatie van graad van zwangerschap hebben ontvangen.
[Christiaen Daniëls (°1800) is de zoon van Christiaen Daniëls x Maria Peters en de kleinzoon van Christiaen Daeniëls x Elisabeth Gijsens. Zowel zijn ouders als zijn grootouders hebben in de jaren 1820 hun huwelijk moeten overdoen, zoals verder zal blijken.]
In maart 1824 trouwt Arnold Slegers met Gertrude Gilissen. Ze erkennen en wettigen vijf kinderen, geboren tussen 1800 en 1817. Het oudste kind is niet eerder geregistreerd, de vijf volgende zijn bij hun geboorte ingeschreven onder de naam Slegers. Hun zesde en jongste kind, geboren in 1820, is gestorven voor het 'huwelijk' van de ouders.

September 1827. Nicolas Wijnands, landbouwer in Althoeselt, trouwt met Maria Martens, dienstmeid. Hij is 49, zij 44. Ze erkennen en wettigen hun zoon Jan, geboren in 1825 en toen al door Nicolas aangegeven en erkend. Eén jaar later wordt nog een tweede zoontje geboren.

3 juli 1833. Pieter Peters en Elisabeth Festjens, de vrouw met wie hij ooit in de kerk van Hern getrouwd is, verschijnen in Hoeselt voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand om zich nogmaals in de echt te laten verbinden. Elisabeth is 68 en Pieter weet het allemaal niet meer: niet hoe oud hij is en niet waar hij geboren werd. Zo staat het beschreven in de akte. Getuigen komen verklaren dat ze weten dat hij van Hern afkomstig is, dat ze zijn familie daar kennen, en dat hij zo'n 70 jaar oud moet zijn. Inderdaad hij is 69. Pieter en Elisabeth zijn in 1800 in Hern - voor de kerk - getrouwd. Hun vier kinderen zijn er gedoopt. Hun oudste is er gestorven. Dan zijn ze verhuisd naar Hoeselt waar ze nu in het Dorp wonen. In 1830 en 1832 sterven twee van hun dochters. Vandaag trouwt hun enige overgebleven dochter Maria met Jan Voets. Maar éérst zijn Pieter en Elisabeth aan de beurt. Ze geven elkaar het jawoord en erkennen en wettigen Maria zodat die de familienaam Peters met recht kan dragen... en niet met het stigma "onwettig" in het huwelijksbootje hoeft te stappen.

Een huwelijk met een interessante voorgeschiedenis: op 22 januari 1834 trouwen Jan Menten en Maria Jacobs. Ze erkennen en wettigen vier kinderen.
Maria is in Hoeselt geboren in 1775 als dochter van Nicolas Jacobs en Helena Vandenbosch. Jan Menten is in Velm geboren, in 1780. Hij komt rond zijn achttiende naar Hoeselt, en strijkt neer ergens in de buurt van Neroy of de Groenstraat. Hij begint aan een carrière als domestique en zal in deze branche opklimmen tot herenknecht op het kasteel van Schoonbeek. Maar ondertussen is hij nog jong en levenslustig...…
In november 1798 schenkt Maria Jacobs het leven aan een dochtertje. De geboorte van het meisje wordt niet aangegeven maar haar overlijden, in 1807, wel: dan heet ze Maria Menten en is de dochter van Jan Menten en Maria Jacobs. [Bij de aangifte van het overlijden wordt Nicolas Jacobs, de grootvader van het kind, de schoonvader van Jan Menten genoemd.]
Vervolgens staan de geboorten van drie kinderen van Jan en Maria ingeschreven onder de naam Menten: Thomas, Marie en Henry, geboren in de jaren 1804, 1807 en 1808. Bij de geboorte van Henry noteert de ambtenaar: Jean Menten se reconnaissant pour être le père de cet enfant et l'avoir eu de la demoiselle Marie Jacobs demeurant de Groenstraat 229.
Dit is een duidelijke verwijzing naar de wettelijk ongehuwde staat van de ouders. Nochtans komt het woord 'onwettig' niet voor in de akte.
Daarna wordt de ambtenaar oplettender en minder ruimdenkend: in 1812, 1815 en 1816 komen Marie-Helene, Jean en Anne ter wereld, geregistreerd als natuurlijke kinderen en met de familienaam Jacobs. Voor Marie-Helene en Jean wordt de erkeninning van het vaderschap door Jan Menten aan de akte toegevoegd. Bij de geboorte van Anne staat er: aangegeven door de broer van de moeder, in wiens huis het kind geboren is.
Tenslotte wordt er in 1820 een laatste kind geboren: Marie-Catherine Menten, aangegen door vader Jan Menten, geen sprake meer van natuurlijk, onwettig of erkenning.
Alhoewel in dit gezin acht kinderen geboren zijn, worden er maar vier van hen bij het huwelijk van hun ouders erkend en gewettigd: Thomas (°1802), Hendrik (°1808), Helena (°1812) en Jan (°1815). De andere vier zijn dus gestorven. De overlijdens van Maria (1798-1807) en Marie-Catherine (1820-1831) staan in het overlijdesregister, maar niet het overlijden van Marie (° 1807) en Anne (°1816). En ondertussen is zoon Thomas in 1827, zonder zweem van onwettigheid, getrouwd.

1841. Wie wel heel lang gewacht hebben om in extremis nog voor de wet te trouwen zijn Henricus Hollants en Agnes Dol; hij 71, zij 75. Nu, in 1841, geven ze elkaar een tweede keer het jawoord.
Hun huwelijk is ooit, in augustus 1796, ingezegend in de kerk van Hoeselt, een maand na de geboorte van hun zoontje Henricus. De jongen werd, schreef de pastoor toen in het doopregister, door het huwelijk van zijn ouders gewettigd.
De geboorten van Henricus, van zijn broer Arnold en zijn zus Anne-Marie, de laatste twee geboren in 1797 en 1799, zijn niet geregistreerd in de geboorteregisters. Wel aangegeven zijn Willem, Agnes en Jan, geboren tussen 1802 en 1808. Alle kinderen hebben de familienaam Hollants.
De oudste zoon Henri trouwt in 1832, dus vóór het wettelijk huwelijk van zijn ouders. Niets in zijn huwelijksakte wijst op moeilijkheden: geen probleem met de geboorteakte, geen kwestie van onwettigheid.

...in Werm

Jean Snellings en Marie-Joanna Ketelslegers zijn de eerste hardleersen die zich bekeren tot de nieuwe instellingen: in 1809 trouwen ze voor de wet en erkennen hun vier kinderen die tussen 1803 en 1808 zijn geboren. Drie geboorten staan al geregistreerd: de kinderen werden ingeschreven onder de familienaam Snellings zonder de toevoeging 'onwettig'. Eén kind, geboren in 1804, was niet geregistreerd.

In 1820 komen Willem Ghijsen en Anna-Catharina Thompson tot het besef dat ze best voor de wet zouden trouwen en hun zes kinderen erkennen en wettigen. Ze hebben...…
...beyde verklaert dat van hun gebooren zijn de kinderen te weten twee van het mannelijk geslag en vier van het vrouwelijk geslag van welke die kinderen zig de drij oudste niet ingeschreven zijn in den etat civil...
De oudste drie kinderen, geboren in 1799, 1802 en 1804 zijn niet aangegeven. De volgende drie - de jongste is geboren in 1816 - wel, zonder de toevoeging 'onwettig' en onder de familienaam Ghijsen(s).

Hun voorbeeld wordt in 1822 gevolgd door Winand Neven en Margarithe Rouffart. Ze trouwen en erkennen en wettigen hun vijf kinderen, geboren tussen 1802 en 1812.
De oudste twee staan als onwettig geregistreerd onder de familienaam Rouffart. Nochtans zegt Winand bij zijn huwelijk, heeft hijzelf de kinderen aangegeven en daarbij verklaard de vader te zijn. Die verklaring staat inderdaad in de geboorteakte van het tweede kind.
De drie volgende kinderen zijn als wettig - anders: niet als onwettig - geregistreerd onder de naam Neven.
Margarithe heeft zelf nog drie kinderen uit een vorig huwelijk met Willem Notelaers, gestorven in 1801.

Op 14 mei 1830 is het, bij hoogdringendheid, de beurt aan Arnold Thijsen en Anne-Marie Valkeners. Ze hebben zes kinderen, geboren tussen 1802 en 1816, keurig aangegeven en als wettig (niet als onwettig) geregistreerd onder de naam Thijsen.
Maar zoon Jan wil trouwen met Christina Snellings, de dochter van Jan Snellings en Marie-Joanna Ketelslegers. Dit echtpaar heeft, als eerste, al in 1809 zijn kinderen gewettigd.
Dus wordt het op 14 mei een dubbel huwelijk: eerst trouwen de ouders van Jan, die hun zes kinderen erkennen en wettigen, daarna is het de beurt aan hun zoon Jan en zijn bruid Christina, die als wettig geboren in de echt worden verbonden.
Als meer dan dertig jaar later Arnold Thijsen, de zoon van Jan en Christina, wil trouwen stelt zich weer een probleem: zijn moeder Christina is enkele maanden geleden gestorven en op haar geboorteakte, die bij zijn huwelijk voorgelegd wordt, staat toch wel de naam Catharina! Vooraleer het huwelijk kan plaatsvinden moeten verschillende personen komen verklaren dat Jans moeder wel degelijk Christina heette.

...in Hern

20 februari 1822. Christiaen Daniëls, 73 jaar geleden geboren in Gors-Opleeuw, geeft voor de tweede keer het jawoord aan de 57-jarige Catharina Lieben, afkomstig uit Rijkhoven. Ze hebben allebei, en zeker Christiaen, al een héél leven achter zich.
Christiaen is zandverkoper. In 1779 trouwt hij in Schalkhoven met Elisabeth Gijsens, en komt met haar in Hern wonen. Hun huwelijk, gezegend met vijf kinderen van wie de jongste geboren is in 1789, eindigt met het overlijden van Elisabeth in 1803.
In 1804 hertrouwt Christiaen in de kerk van Hern, enkel in de kerk, met Catharina Lieben.
Catharina is geboren in Rijkhoven en weduwe van Nicolaes Broeders die in 1802 in Riksingen gestorven is.
In april 1805 wordt het -enig- dochtertje van Christiaen en Catharina gedoopt als Maria-Elisabeth Daniëls en als 'onwettig' ingeschreven in het register van de Burgerslijke Stand, maar toch met de familienaam Daniëls. In 1822 maakt het huwelijk van haar ouders Maria-Elisabeth tot een wettige dochter.

Dezelfde dag, 20 februari 1822, verschijnen ook Hendrik Menten, 54 jaar, en Maria-Ida Peters, 57 jaar, voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Zij trouwden al in 1801 in de kerk van Hern en doen het nu nog eens over voor de wet. In dit huwelijk zijn drie kinderen geboren van wie er één kort na de geboorte gestorven is. De twee in leven zijnde kinderen - die als wettig (niet als onwettig) en met de familienaam Menten ingeschreven staan in de registers van de Burgerlijke Stand - worden erkend en gewettigd door het huwelijk van hun ouders.

Op 6 maart 1822 stappen Leonard Desaer en Helena-Josepha Valckenaers naar het gemeentehuis. Hij is 66 en zij is 49 jaar oud. Josepha is geboren in Vliermaal.
Ze zijn in 1801 getrouwd voor de kerk. Hun vier dochters, geboren tussen 1803 en 1815, zijn aangegeven door hun vader en geregistreerd onder de naam Desaer. De uitdrukking 'onwettig' komt niet voor in de akten. Maar dit huwelijk geeft zekerheid.

20 december 1823. Ook Eustachius Thijsen en Maria Kellens stellen orde op zaken. Voor de kerk zijn ze in 1800 getrouwd in Vliermaal, waar Maria geboren is. Eustachius is van Romershoven, waar zes van hun zeven kinderen ter wereld komen. In 1818 wordt hun jongste kind in Mal geboren. Sommige kinderen zijn al ingeschreven in de Burgerlijke Stand, andere niet.
In 1823 woont het gezin in Hern, de ouders trouwen er voor de wet en erkennen hun kinderen. Eustachius is dan 59 jaar en landbouwer, zijn bruid Maria is 50 jaar. Het gezin blijft echter niet in Hern wonen, de echtgenoten zullen in Schalkhoven overlijden: Eustachius in 1845, Maria in 1850.

25 februari 1824. Henderik Ghijsens, geboren in Herm, heeft een tijdlang geleefd en gewoond in Vliermaal, het geboortedorp van zijn vrouw Emarentiana Tilens. Het gezin heeft zich nu in Hern gevestigd en oordeelt dat de tijd rijp is om door een wettig huwelijk hun twee dochters te erkennen en te wettigen die in de jaren 1805 en 1808 in Vliermaal geboren zijn.

Het volgend gezin dat zich in Hern laat wettigen is dat van Hubert Peters en Christina Wilmots. Ze trouwen in augustus 1827 voor de wet, maar hun kerkelijk huwelijk werd in Hern ingezegend in februari 1798. Hun acht kinderen zijn geboren tussen 1799 en 1820. Alleen de oudste is niet bij haar geboorte geregistreerd. In de geboorteakten van de andere kinderen is geen teken van onwettigheid te bespeuren en ze zijn ingeschreven onder de naam Peters. Ondertussen zijn drie van de kinderen gestorven: twee van hen in februari 1810, het jongste kind heeft twee weken geleefd.
Bij hun huwelijk erkennen en wettigen de ouders zeven kinderen: de vijf in leven zijnde kinderen én de twee in 1810 gestorven broertjes. Het jongste kindje wordt niet in de huwelijksakte vermeld als gewettigd.
Hubert en Christina zullen allebei in 1829 overlijden: hij in januari, zij in december. Hij is dan 61, zij 57.

Juni 1832. Libert Cloosen, 59 jaar, wordt wettig in de echt verbonden met de 48-jarige Veronica Peters. Libert is schrijnwerker, rademaker en landbouwer. In 1803 zijn Libert en Veronica in Hern kerkelijk getrouwd. Acht kinderen en één kleinkind later worden nu zeven van hun kinderen erkend en gewettigd. Een zoontje, gestorven op vierjarige leeftijd, wordt niet vernoemd in de akte van wettiging. Wel gewettigd wordt de oudste, in 1804 geboren, dochter. Haar geboorte is niet in de Burgerlijke Stand geregistreerd. Ze is ondertussen in 1825 probleemloos getrouwd met Renier Souveryns, heeft een zoontje Libert op de wereld gezet, en is in 1831 gestorven. Bij haar wettiging is zowel de geboortedatum als de overlijdensdatum vermeld, én het feit dat ze wettige erfgenamen achterlaat.
Op te merken dat Libert de geboorteakte van 1807 ondertekent met L. Klaesen, en dat de familienaam in 1809 als Claesen geschreven is. Later is en blijft het Cloosen.

Een laatste laat huwelijk is dat van Willem Voncken en Maria-Joanna Verjans. Na een kerkelijk huwelijk in januari 1801, verschijnen ze in 1836 voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand om zich in orde te stellen en hun vier in leven gebleven kinderen te erkennen en te wettigen. Tussen 1803 en 1822 zijn in dit gezin 9 kinderen geboren. Vijf van hen zijn op jeugdige leeftijd gestorven.

...in Schalkhoven

26 jaar nadat hun huwelijk in Hern in de kerk is ingezegend trouwt Christiaen Daniëls op 26 april 1826 in Schalkhoven voor de wet met Maria Peters. Christiaen is de oudste zoon van Christiaen Daniëls en Elisabeth Gijsens (lees hierboven hoe zijn vader en stiefmoeder in 1822 hun huwelijk wettigden) en Maria is de dochter van Nicolas Peters en Christina Souvereyns van Hern. De oudste drie kinderen van Christiaen en Maria, geboren tussen 1800 en 1803, zijn in Hern gedoopt. Alleen de oudste staat er ingeschreven in de Burgerlijke Stand. Vervolgens verhuist het gezin naar Schalkhoven, waar nog drie kinderen geboren worden en in de Burgerlijke Stand geregistreerd staan onder de naam Daniëls. Met het huwelijk van hun ouders worden alle kinderen erkend en gewettigd. Ondertussen is de oudste zoon, Christiaen, in 1724 in Hoeselt getrouwd met Elisabeth Zegers.(zie daar) In die huwelijksakte is er geen sprake van dat de bruidegom 'onwettig' zou zijn. Maria Peters is 67 als ze in 1839 sterft. Ze is dan herbergierster. Haar man zal op 77-jarige leeftijd in 1856 in Schalkhoven overlijden.

Arnold Voets, super-papa
Of we het echtpaar Voets-Mombeek, getrouwd in juni 1841, ook nog tot de late trouwers moeten rekenen is niet zeker. In de jaren 1830 was de Burgerlijke Stand zo goed als overal totaal ingeburgerd. De betrokkenen zijn Arnold Voets, zoon van Martinus Voets en Maria Catharina Souvereyns, en Veronica Mombeek, dochter van Arnold Mombeek en Ida Hoho. De situatie is deze:
Tussen 1834 en 1840 schenkt Veronica Mombeek het leven aan vier kleine Mombeekjes die achtereenvolgens de namen Martinus, Arnoldus, Anna Catharina en Matheus krijgen. Twee kinderen krijgen dus de namen van de ouders van Arnold Voets! Nochtans is het grootvader Arnold Mombeek die de geboorten telkens gaat aangeven. De kinderen worden als onwettig geregistreerd en er is geen sprake van een vader of erkenning van vaderschap. Martinusje sterft in 1838.
Als Arnold en Veronica in 1841 trouwen worden de drie in leven gebleven kinderen erkend en gewettigd. Ze krijgen de familienaam Voets. Als Veronica in 1846, 33 jaar oud, overlijdt heeft ze zeven kinderen op de wereld gezet. Vier van hen zijn haar voorgegaan in de dood.
Arnold hertrouwt in 1847 met Anna Maria Nelissen en het leven gaat in een hels tempo verder: 15 jaar later wordt het twaalfde kind uit het tweede huwelijk geboren.
Arnold is dan officieel 18 keer vader - 19 keer, als we de kleine Martinus meerekenen.
De meeste kinderen zijn echter heel jong gestorven: slechts vier van de negentien bereiken de volwassen leeftijd.




Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be