Hoeselt Vrugger   |     Contact   |     Zoeken
 
 

 

In steen, hout en goud

De inhuldiging van het Monument voor de Gesneuvelden


Negentig jaar geleden.
11 november 1918, vijf uur in de morgen.
In Rethondesde - Frankrijk - wordt de Duitse overgave ondertekend. De wapenstilstand zelf zal pas ingaan om elf uur. De Grote Oorlog is eindelijk voorbij.

In Hoeselt hebben 118 dorpsbewoners deelgenomen aan die oorlog. 109 van hen keerden terug.

1919 werd een jaar van emoties. De thuiskomst van de frontsoldaten, de terugkeer van de krijgsgevangenen. De trauma's. De verhalen ... de verhalen ...

Kermismaandag 20 oktober 1919. De jaarlijkse 'dienst' werd een rouwdienst voor de gesneuvelden. Het prachtige herdenkingsprentje vermeldt hun namen, de plaats en datum van hun overlijden ...




Die dag bracht de gemeente Hoeselt een openbare hulde, niet alleen aan haar gesneuvelden maar ook aan alle anderen die gevochten hadden: de oud-strijders. Zij waren met velen:

Alle betrokkenen, de oud-strijders en de familieleden van de gesneuvelden, kregen van de gemeente een aandenken: een foto van een bijzondere gedenkenisprent met daarop de portretten en de namen van al degenen die ten oorlog waren getrokken. En van Louis Somers, spion.
Het samenstellen van die prent had wel enige tijd en veel knip- en plakwerk gekost: foto's verzamelen of maken van alle soldaten, 'hoofdjes' uitknippen, opplakken in een mooie configuratie, namen eronder schrijven in onuitwisbare inkt ... Van die moederplaat zijn de foto's gemaakt.
De plaat zelf wordt bewaard in het gemeentehuis.
Bij deze gelegenheid speechte burgemeester Jehaes en verwees hij in zijn toespraak naar een op te richten gedenkteken:
"... De namen dier dapperen zullen met gouden letters geboekt worden en die der gesneuvelden moeten diep in het marmer worden gebeiteld, om de nakomelingen eraan te herinneren hoe hun voorzaten hebben gestreden om de onafhankelijkheid van hun vaderland te handhaven..."
Geen ijle woorden, maar het project moest wel een trage officiële weg volgen!

In november 1919 keurde de gemeenteraad de "oprichting van een monument voor de gesneuvelden, in de hoven der kerk" goed. En prompt daarop, nog voordat plan of goedkeuring op tafel lagen, werd er al een rondhaling georganiseerd in de gemeente.

In januari 1920 kreeg het ontwerp en het bijhorend bestek de zegen van de gemeenteraad. De kostprijs viel wel wat hoger uit dan dat de inzameling had opgebracht, maar geen nood: in hun enthousiasme stemden de vroede gemeentevaderen ermee in om 4.000 frank uit de gemeentekas bij te passen.

Het duurde dan nog tot 17 augustus 1920 vooraleer het ultieme fiat aan het project gegeven werd: "Monument aangenomen en bronzen beeld er op te zetten". In de vier zijvlakken moesten de namen gebeiteld worden van de gesneuvelden.
De gedenkzuil zou geplaatst worden op het kerkplein aan de zijde van de Dorpsstraat, vóór de kerkhofmuur, in de schaduw van de daar aangeplante vrijheidsboom, even rechts van de huidige ingang van de kerk. En aan weerskanten van het monument zouden twee kanonnen uit de Grote Oorlog geplaatst worden. Misschien wilden de Hoeselaren daarmee aan de Duitsers laten zien dat ze gereed waren om hun een warm onthaal te bezorgen, moesten ze het op hun ogen nemen om nog eens ongevraagd binnen te rukken ...

Het bronzen beeld, een engel die met de krans van de overwinning zegerijk naar de hemel zwaait, was duidelijk geïnspireerd op de Griekse Nikè, godin van de overwinning ... alhoewel ... welke Hoeselaar had daar ooit over gehoord. Het beeld werd gesponsord door Eugeen Huygen, houthandelaar.

Het arduinen monument, vervaardigd door Stes Warzée van Tongeren, werd in het voorjaar 1921 stuk voor stuk opgericht volgens een plan, opgemaakt door Stes Ulrix, bouwkundige uit Nederheim. Mathieu Maurissen van Hoeselt smeedde het ijzeren hekken dat het geheel afsloot.

Zondag 5 juni 1921, dag van de inhuldiging: Groot feest met grootse stoet!
Het dorp was "in een prachtige lusthof herschapen".Versierde palen en dennen, bevlagde huizen en praalbogen met teksten allerhande, bakenden de weg af die de indrukwekkende stoet zou volgen.

Om half twee haalden de fanfare en het voltallige gemeentebestuur de oud-strijders af aan het lokaal van de oud-strijdersbond om hen met feestelijke muziek te begeleiden naar het stationsplein.

Daar was ondertussen een kleur- en luisterrijke stoet gevormd die zich, volgens gepland scenario, om twee uur in beweging zette om via de versierde Stationsstraat, Kielestraat en Kerkstraat de kerk te bereiken.
De toeschouwers waren van heinde en ver gekomen en stonden rijen dik te genieten van de feestelijke optocht.
Acht soldaten en trompetters te paard gingen de rijkswachters vooraf.
Dan volgden:
  • Een groep keurig uitgedoste meisjes.
  • De kinderen van de meisjesscholen, met bloemen en palmen.
  • De kinderen van het weeshuis: elk kind droeg een bloementuil; één kind was omhangen met de Belgische vlag.
  • De jongens van de scholen van Hoeselt en Althoeselt: elke jongen was gehuld in een driekleurige of kleurenrijke sluier.
  • De fanfare van Hoeselt.
  • De Boerengilde van Althoeselt, met vaandel.
  • De Hoeseltse 'Veloclub', met vaandel.
  • Het pompierskorps van Hoeselt.
  • De Althoeseltse 'Veloclub'.
  • De fanfare van Bilzen.
  • Een groep oud-soldaten van 1870.
  • 'Vreemde' oud-strijdersbonden met hun vaandels.
  • De muziekkapel van het Elfde-Linieregiment.
  • De Hoeseltse oud-strijdersbond, met vaandel.
  • Een groep die rouwkronen droeg die geschonken waren door het gemeentebestuur, de schoolkinderen, diverse organisaties, de medewerkers van Louis Somers, de geburen van de gesneuvelden.
  • De leden van het gemeentebestuur en van de kerkraad.
  • Een groep geestelijken.
  • Burgerlijke en militaire overheden, waaronder graaf de Renesse - gouverneur van Limburg, de heer Caïmo - arrondissementscommissaris, Karel Gielen - bestendig afgevaardigde, en de kolonel, de kapitein-bevelhebber, een majoor en een luitenant van het Twaalfde-Linieregiment.
  • De veldwachters.

In de kerk werd in dank een plechtig lof opgedragen. Pastoor Indekeu hield een toespraak en wijdde het vaandel van de oud-strijders.

Daarna zette de stoet zijn weg verder door de rest van 'het Dorp', met andere woorden tot boven in het Dorp, om dan terug te keren tot aan het met een sluier bedekte 'Monument der Gesneuvelden'.

Tijd voor toespraken!
Door de burgemeester. Door de gouverneur. Door de kolonel van het Twaalfde-Linieregiment. Door de Jezuïet pater Torfs, befaamd redenaar en oorlogsalmoezenier ...
Enkele passages uit de toespraak van de burgemeester:

... Ere en dank zij u, dierbare oud-strijders ... heden, op dit uur, gaan wij u tonen dat wij u beminnen, u eren en dat wij uw opoffering nooit zullen vergeten. Doch op dit ogenblik voel ik een traan van smart uit mijn hart opwellen, als ik in de geest mij richt naar de verafgelegen kerkhoven waar de overblijfselen rusten onzer gesneuvelde strijders. Ik bemerk negen namen van onze dorpsgenoten. Ik zie de eenvoudige kruisjes, ..., en eronder hun roemrijke namen. Ook betreuren wij de heldhaftige Louis Somers, wiens lijk hier rust op de dodenakker zijner geboorteplaats...

Ziet! (op het ogenblik dat de sluier van het monument wordt weggenomen)
Wij ontwaren de engel der zegepraal, slank in de hoogte verheven. Fier toont hij de overwinnigskroon. Beschermend spreidt hij zijn vleugelen uit als om te zeggen: Rust zacht, helden van Hoeselt, in de schoot der aarde, die met uw bloed gedrenkt werd... uw namen, met onuitwisbare letters in deze arduinsteen gegrift, zullen uw nagedachtenis in onze dankbare harten bevestigen ...

Beschouwt de vier leeuwen. Zij zijn het zinnebeeld van de leeuwenmoed onzer oud-strijders ...
Terwijl de talrijke rouwkransen en bloementuilen neergelegd werden op de trappen van het monument sprak oud-strijder Lambert Slechten een dankwoord, waarna de schoolkinderen 'gelegenheidsliederen' zongen. Daarna was het de beurt aan het bekende korps van het Elfde-Linieregiment dat van op de kiosk een huldeconcert bracht.

Aan de oud-strijders en aan de familieleden van de gesneuvelden bood het gemeentebestuur, om deze emotionele en ontroerende dag af te sluiten, een feestmaal aan in de meisjesschool (zusters van Maria).

Voor de andere feestvierders gaf de fanfare, vanaf de kiosk, tot in de late uurtjes het beste van zichzelf.

De dag daarna ...
... ging het festijn gewoon verder in het kasteeltje Ter Bos. De kasteelheer Roelants du Vivier, de latere 'heer van Biesen', had er de oud-strijders en de fanfare uitgenodigd voor nog een dagje feesten. Copieus eten en drinken. En fanfaremuziek toe!



Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be