![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||||
|
|||||||
|
Hoeselt VruggerDe Lagere school van Werm viert haar 100-jarig bestaan: 1925 - 2025Piet Snellings Op 10 en 11 mei viert de lagere school van Werm haar 100-jarig bestaan. ![]() Dit wordt gevierd met een tentoonstelling, waarbij de HGSG haar medewerking heeft verleend. Het ontstaan en de geschiedenis van het onderwijs in Werm wordt geïllustreerd met fotomateriaal, archiefbeelden, interviews en didactisch materiaal van vroeger.
WERM HAD GEEN SCHOOL
Einde 19de eeuw gingen kinderen van Werm naar de school van de Kluis te Vrijhern. In 1872 schreef de heer Martens, schoolhoofd van de gemeenteschool van Hoeselt, gelegen te Alt-Hoeselt, de eerste drie leerlingen van Werm in. Nochtans wilde men de kinderen van Werm in Hoeselt-centrum inschrijven. Daar stak de gemeenteraad van Hoeselt een stokje voor. De gemeenteschool van Alt-Hoeselt argumenteerde dat hun school maar op een boogscheut van Werm-centrum, gelegen was. In 1914 werd in België de leerplicht ingevoerd. Toen beschikte Werm niet over een schoolgebouw. Zo zaten de meeste kinderen van Werm, voor 1925, in de gemeenteschool van Alt-Hoeselt. De meisjes en kleuters konden er vanaf 1902 terecht bij de Zusters van de Voorzienigheid. Kleuteronderwijs was er ook niet. De kleuterschool van Werm werd pas in 1957 opgericht door het gemeentebestuur van Werm. DE BOUW VAN EEN NIEUWE SCHOOL In 1925 werd onder impuls van pastoor Willinck gestart met het plan om een nieuwe school te bouwen. Om het verhaal van het bouwavontuur te kunnen schrijven beschikken we, als enige bron, over een schriftje, waarin de eerste onderwijzer, meester Lambrix, uitvoerig het verhaal van het nieuwe schoolgebouw vertelt: De gemeente Werm, klein en min bevolkt, bezat geen school. De kinderen waren verplicht in een andere gemeente het onderwijs bij te wonen. Sommigen, doch slechts een heel klein getal, bezochten een college of pensionaat, terwijl de overigen de gemeentelijke jongensschool of de aangenomen meisjesschool te Alt-Hoeselt volgden. ![]() In den zomer was dit niet erg, daar de verst verwijderden, gemakkelijk op een half uurtje gaans van school woonden. In den winter viel die korte weg soms heel triestig voor de kinderen. Soms stampten ze tot over de enkels in de modder. Zoo gebeurde het wel eens dat een of ander kind een koude vatte en een ziekte op deed. Dikwijls zelfs was de weg zoo slecht dat een groot getal kinderen niet ter school konden gaan. Zo kwam het dat het onderwijs voor sommigen maar weinig afwierp, niettegenstaande de opofferingen van den onderwijzer en de zusters. Dikwijls, en met reden, hoorde men in Werm de ouders klagen: ’t is droevig voor de arme kinderen, konden we hier toch eens een school voor ons eigen krijgen’ Het was in het jaar 1925. Mijnheer Willinck, in dien tijd pastoor te Werm, ging kost wat kost, dien droevigen toestand doen verdwijnen. Hij was zeer bevriend met mijnheer Christiaan Broeders, voorzitter der kerkfabriek, een zeer verstandig man op maatschappelijk gebied. In moeilijke omstandigheden ging de brave herder daar altoos om raad vragen. ![]() ‘We moeten hier trachten een school te krijgen waar Christus heerscht en zal blijven heerschen. Een vrije school moet worden opgericht.’ Broeders Christiaan, voorzitter van de kerkfabriek Met deze gedachte bezield, gingen ze bij mijnheer Moens, burgemeester, om te vernemen wat die erover zou denken. Burgemeester Moens was immers een man van groot verstand en toewijding aan zijn ambt. Hij zou hun zeker inlichten en desnoods steunen. En ja …….het was zoo. ![]() Als hoofd van den gemeenteraad zou hij trachten de raadsmannen over te halen, om eens een school gebouwd, ze aan te nemen. Wie zou anders de meubels, boeken en schoolgerief koopen, wie zou de onderhoudskosten anders betalen. De gemeenteraad werd bijeen geroepen en allen keurden de meening van den burgemeester goed: er zou te Werm een vrije school worden opgericht en de gemeenteraad zou ze aannemen. De eerste stap was gedaan en als vuur liep te Werm het nieuws rond: ‘We gaan een school krijgen, dat wil iets zeggen. Wat zullen onze kinderen blij zijn.’ Het volk was tevreden en met recht, maar nu….. Nu kwam de groote vraag. Waar het geld halen om die vrije school te bouwen, zou dit ook zoo vlot gaan? Mijnheer pastoor gaf de toon: hij zou 5.000 fr. storten; mijnheer Broeders, als welgevend man, teekende voor dezelfde som en door zijn toedoen stortte zijn schoonvader, burgemeester Moens, dezelfde som. Met die drie mannen aan het hoofd werd een lijst opgemaakt waarop ieder volgens vermogen werd aangeduid. Op een paar uitzonderingen na gaf iedereen de som waarvoor hij was aangewezen. Ja, de mensen van Werm zijn zeer welgevend als het goede zaken geldt. Nu moest er nog een plaats voor te bouwen worden aangeschaft. Mijnheer de Schaetzen, president van het tribunaal te Tongeren en grondeigenaar te Werm, ruilde een stuk land met de kerk van Werm en stond het leen gratis af als bouwplaats. ![]() De gemeenteraad stelde een schoolcomiteit aan met de volgende leden: mijnheer pastoor Willinck als voorzitter, Christiaan Broeders, Jacobus Mottart en Victor Partoens als leden. Op een kerkeland werden werden karelen gemaakt en ter plaatse gebracht. Mijnheer Jan Jorissen, timmerman – aannemer, te Hoesselt maakte in overleg met mijnheer Broeders een plan op. Mijnheer Jozef Jorissen te Hoesselt nam den bouw aan. Al wat de bevolking van Werm zelf kon karrewijden ze. Hier komt alweer mijnheer Broeders op het voorplan. Van ‘s morgens tot ’s avonds stonden zijn paarden ingespannen. Paul de Schaetzen, schenker van de grond Hijzelf was steeds op de werken met mijnheer Jozef Partoens, schepen te Werm. Hierbij mogen we niet vergeten een woord van lof te spreken over mijnheer Georges Mottart, die zich geen moeite spaarde als het maar ging om de school .Zijn paarden stonden gereed, men hoefde ze maar in te spannen; zijn ooren stonden open, men hoefde maar te spreken en hij ging. Slechts enkele, de voornaamste werkers, komen in deze korte geschiedenis voor; vergeten we echter niet dat ook andere menschen al deden wat ze konden aan den bouw der school. Laat ons, onderwijzers die dit lezen, steeds een goeden indruk bewaren van de bevolking der gemeente en uit dank zullen we ons uiterste best doen om hun kinderen zo goed mogelijk op te voeden. Wij kunnen immers veel als we maar willen. Hier is veel goed te stichten, als men maar weet te zwijgen, waar het moet want als een vuur loopt hier alles rond. Het zou een groote ondankbaarheid wezen van onzen kant moesten we een man als mijnheer Broeders, als mijnheer Georges Mottart achteruit zetten voor één onzer die niets of toch heel zeker veel minder gedaan heeft. Zulke mannen immers zouden mogen zeggen: ’Hier zitten we in ons gebouw, waar we alles voor deden.’ ![]() Laat ons, onderwijzers, dus nooit gedoogen dat er iets tegen die mannen wordt gedaan wat wij kunnen verhinderen, en hoeden wij ons dat wij zelf hun nooit misdoen. Laat ons niet vergeten, samen met de kinderen, van tijd tot tijd een gebed te zeggen voor de weldoeners der school, die zoveel blijken gaven van opofferingsgeest en welgevendheid. Opgemaakt te Werm. Get. De onderwijzer, Lambrix J. ![]() Het eerste krantenartikel waarin melding werd gemaakt van een nieuwe school in Werm (Het Algemeen Belang der Provincie Limburg van 6 juni 1925) DE EERSTE LEERKRACHTEN Meester Jan Lambrix uit Vliermaal kreeg als opdracht alle leerplichtige jongens en meisjes van Werm braaf te houden en te onderrichten. Voor ‘het handwerk’ van de meisjes kreeg hij de hulp van Mevr. Maria Coenen-Leurquin. Zij had al enkele onderwijsinterims in Alt-Hoeselt en Rijkhoven achter de rug. ![]() Toen de schoolbevolking aangroeide, kregen beide leerkrachten de volle verantwoordelijkheid: De meester zou de jongens van de 8 leerjaren voor zijn rekening nemen en de meesteres zou instaan voor het onderricht van alle meisjes. Geen sinecure: 8 leerjaren in één lokaal. Beide leerkrachten moesten ongeacht het weer, elke dag met hun fiets naar Werm komen. De oudste lezers zullen zich misschien nog wel het ultra-smalle wegske (de huidige Torenstraat), de slijkerige Bovenstraat en de aarden speelplaats, herinneren. ![]() Een foto uit 1925 met alle leerlingen van Werm, geflankeerd door meester Lambrix en Mervouw Leurquin. ![]() Als de leerkrachten, beslijkt en verkild in de school toekwamen, moesten ze zelf nog hun lokaal opwarmen…en dit soms, in oorlogstijd, met papier, hout en kolen die ze van thuis meebrachten. De beide leerkrachten waren goed gezien in Werm. Eenmaal per jaar trokken de jongens naar Vliermaal om hun meester te vieren en de meisjes gingen te voet naar Hoeselt om hun juffrouw in de bloemetjes te zetten, figuurlijk en letterlijk. Van de uitstap naar de juffrouw in Hoeselt in 1932 vind je hier een foto terug. DE UITGESTELDE VIERING VAN MEVR. LEURQUIN We vinden geen enkel spoor van een eventuele pensioenviering van de twee pioniers-leerkrachten van Werm. Het eerste artikel uit Het belang van Limburg, waarin melding werd gemaakt van een nieuwe school in Werm 7 juni 1925. Toen Mevr. Leurquin 80 jaar werd heeft men haar op 22 april 1979 plechtig gevierd. Al haar oud-leerlingen (meisjes) werden uitgenodigd. ![]() De ere- genodigden waren: haar twee zonen, paters Alex en Philibert Coenen, pastoor Gerard Nassen, en last but not least: meester Lambrix Jan. Uit de speech bleek hoezeer zij geliefd was: Geachte Jubilaris, Misschien is er nooit een feestelijkheid zo spontaan gegroeid en tot stand gekomen als deze van vandaag. Uw afscheid van de meisjesschool is ook zo onopvallend voorbijgegaan, zodat de meesten van uw oud-leerlingen, waarvan er zeer veel hier aanwezig, er reeds vaak naar verlangd en verzucht hebben om toch nog eens met U, ‘Onze goede Madame’ te kunnen samenkomen. We voelen het allemaal aan als een niet uitgesproken schuldbelijdenis, dat de kans nooit is gegrepen om eens allemaal samen te komen. Samenkomen om dank te zeggen voor dat heel vele goede dat u voor ons hebt gedaan. Naast de zeer diepe zin voor Godsvrucht kweekte u bij ons een geest van werklust, optimisme, verdraagzaamheid en huishoudelijk overleg aan. Hoe dikwijls hebben velen onder ons al eens gezegd: ‘Och, wat hadden we toch een goede madame in de school, zij was werkelijk een tweede moeder voor ons.’ Hoe dikwijls verwarmde ze niet onze klompen in de winter, en zorgde zij ervoor bij regenweer, dat onze kleren droogden en volgde zij met mensenkennis het doen en laten van ieder van ons. Samenkomen om vergiffenis te vragen voor de vele guitenstreken en fratsen die wij hebben uitgehaald en die u zo dikwijls kwaad bloed hebben gezet. Samenkomen om onze wensen uit te drukken en samen met u te feesten. Na meer dan 25 jaar de vrouwelijke schooljeugd van Werm onder uw toegewijde inzet en plichtsbewustheid te hebben gehad, zijn wij terecht fier over de resultaten die uw onderwijs heeft achtergelaten. Naast de roepingen waartoe u ongetwijfeld hebt bijgedragen, zijn wij verheugd dat er in Werm zoveel goede en voorbeeldige huismoeders zijn en dat uw geest nog altijd levendig in ons wordt verdergezet. Die geest wordt vandaag in een feestdag omgezet naar aanleiding van uw tachtigste verjaardag. Niettegenstaande het zware en harde leven dat u als weduwe alleen hebt moeten dragen, zijn wij allen meer dan blij dat u thans een der meest gelukkige en goed omringde huismoeders bent van gans Hoeselt. Allerbeste ‘Madame’, al uw oud-leerlingen wensen u vandaag niet alleen een mooi feest met heel veel herinneringen, maar drukken de stellige hoop uit dat de kroon van eeuwelinge voor u toch zou mogen voorbehouden, en door ons allemaal samen mag gevierd worden. Al is Werm maar klein, dan zullen wij er wel voor zorgen dat het op die dag TE KLEIN zal zijn. Nog heel veel jaren wensen we u oprecht ! Al uw oud-leerlingen. ![]() Tijdens deze viering werden er heel wat liedjes gezongen met aangepaste teksten op gekende melodieën. Mevrouw Leurquin werd opgevolgd door Mevrouw Marguerite Cuypers en Meester Lambrix door Meester Jean Swerts. DE HUIDIGE SITUATIE VAN DE SCHOOL De school van Werm is één van de twaalf scholen van de scholengemeenschap K.O.D.B. (Katholiek Onderwijs Dekenaat Bilzen) Deze twaalf scholen behoren tot eenzelfde schoolbestuur. De school van Werm bedacht een leuke naam: Het Opwermerke. Ze bestaat uit 3 graadklassen met max. 12 leerlingen per leerjaar. De kleuterschool, die aanvankelijk gemeentelijk was, maakt nu ook deel uit van dezelfde scholengemeenschap. Samen met het Nederwijsje van de Nederstraat vormen ze één school met Ronny Sonck als directeur. Zowel de kleuterschool als de lagere school hebben een prima reputatie en een enthousiaste leerkrachtenploeg. Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen? |
||||||