Hoeselt Vrugger   |     Contact   |     Zoeken
 
 

 

Ach zo zat dat

De eerste gemeenteraadsverkiezingen in Hoeselt in het onafhankelijk België!


Met het opvoeren van «De Stomme van Portici» in Brussel op 25 augustus 1830, werd het vuur aan de lont gestoken voor de Belgische Revolutie, die weinig later zou uitmonden in de onafhankelijke staat België.



Het Voorlopig Bewind, dat op 26 september 1830 werd gevormd, riep de onafhankelijkheid uit op 4 oktober 1830. Amper een paar dagen daarna, op 8 oktober, vaardigde dat Voorlopig Bewind een decreet uit waarbij een aantal maatregelen werden voorgeschreven in verband met de lokale besturen. Later zou men spreken van een werkelijke bevrijdingskeure voor de Belgische gemeenten.



Tijdens de onmiddellijk voorafgaande Hollandse tijd, werden de gemeenteraadsleden niet verkozen, maar werden zij benoemd door de Provinciale Staten uit de kandidaten die door de gemeenteraad zelf waren voorgedragen. Eén van de belangrijkste vernieuwingen van de nieuwe wet steunde op de principes van een revolutie «die bij het volk was ontstaan en zijn belangen wou dienen». Hieraan gevolg gevend schreef het Voorlopig Bewind verkiezingen uit voor de samenstelling van de nieuwe gemeenteraden.

Was het invoeren van het principe van een verkozen gemeenteraad al een belangrijke stap naar de democratisering van de lokale besturen, democratie kon echter nog maar met een kleine d geschreven worden. Er bestond weliswaar nog geen kiesplicht, het kiesrecht anderzijds, het recht om zijn stem uit te brengen voor de samenstelling van de bestuurscolleges was nog niet aan iedereen gegund.

Kiesgerechtigd waren alleen de «notabelen», dat wil zeggen
  • zij die een minimum kiescijns betaalden. Deze kiescijns was het bedrag aan grondbelasting, personele belasting en patentbelasting dat iemand betaalde.

    Het minimum bedrag werd bepaald in functie van het aantal inwoners van een gemeente. Voor Hoeselt, met een bevolking die toen lager was dan 3.000 zielen, was deze minimum kiescijns op 10 gulden gesteld.

  • zij die een vrij beroep uitoefenden zoals advocaat, geneesheer, onderwijzer, notaris,...

Verkiesbaar anderzijds was iedereen die in de gemeente woonde en minstens 23 jaar oud was. De verkiezingen waren in Hoeselt vastgesteld op 26 oktober 1830. Hoeselt zou dan voor het eerst democratisch haar gemeenteraad gaan kiezen: een burgemeester, twee schepenen - toendertijd assessoren geheten - en zes raadsleden: in totaal een raad van negen.

Het Voorlopig Bewind had ook gevraagd dat de bestaande gemeenteraden op post zouden blijven tot de nieuwe raden zouden gekozen zijn, die dan onmiddellijk in functie zouden treden. Het eerste werk was nu het opmaken van de kiezerslijsten, met name van hen die de minimum kiescijns betaalden van 10 gulden.

Van de ongeveer 1.800 inwoners, die Hoeselt en Althoeselt toen telden, werd uiteindelijk een lijst opgemaakt van 55 personen die gerechtigd waren om hun stem uit te brengen. In feite waren er slechts 54 stemgerechtigden, want één man kwam er twee keer op voor.

Wij laten hieronder de naamlijst volgen ingedeeld per straat of wijk, met vermelding van de door ieder betaalde belasting.






















































































In feite kwam het er op neer dat het kiesrecht werd toegekend aan het gezinshoofd, op wiens naam de belasting was ingekohierd. Gezin werd toentertijd ruim geïnterpreteerd als een geheel van familieleden die onder eenzelfde dak woonden en werkten in dezelfde - meestal - landbouwonderneming. Het oudste familielid werd meestal als gezinshoofd bestempeld en dus als kiesgerechtigd beschouwd. In principe was dit de man, maar waar deze overleden was werd zijn weduwe als gezinshoofd beschouwd, tenzij de « familiezaak » naar één van de kinderen werd overgedragen. Zo konden formeel ook vrouwen aan de verkiezingen deelnemen. In dergelijke gevallen oefende echter de oudste zoon het kiesrecht uit.


Op de kiezerslijst van Hoeselt van 1830 kwamen zo 10 weduwen voor.


Om de verkiezingen op de meest democratische wijze te laten verlopen, werden de « notabelen » van de gemeente op 26 oktober 1830 bijeengeroepen. In Hoeselt verschenen er 35 kiezers op het appel. Twee kiezers, die ingevolge ziekte en ouderdom niet naar het gemeentehuis konden komen, hadden hun respectievelijke zonen gestuurd, die, na overleg, als kiezers werden aanvaard.

Zoals het decreet het voorschreef werd eerst een voorlopig bureau samengesteld onder het voorzitterschap van de ouderdomsdeken van het gezelschap. Deze functie werd waargenomen door de 75-jarige Hendrik Somers uit Buckinxlinde. Als stemopnemers van dit voorlopig bureau fungeerden de vier grootste belastingbetalers van de aanwezigen, met name burgemeester Charles de Moffarts, advocaat Jan de Matthijs, dokter De le Brassinne en Franciscus Pollaerts van Kriekendaal. Deze laatste, die in feite namens zijn moeder, de weduwe Jan Pollaerts aanwezig was, werd als jongste, met de functie van secretaris belast.

Onder leiding van dit voorlopig bureau werd vervolgens en met unanimiteit het definitieve bureau verkozen, dat de leiding op zich nam voor de eigenlijke verkiezing van de gemeenteraad.

Voorzitter: baron Charles de Moffarts
Stemopnemers: baron G. Emmanuel de Moffarts,Jean-Pierre Huygen, Jan Thewissen,Jan de Matthijs
secretaris: Joseph De la Brassinne

De verkiezing voor de gemeenteraadsleden was geheim en gebeurde met stembriefjes. Bijzonder was wel dat de burgemeester en de schepenen rechtstreeks werden verkozen.

Enig kandidaat voor het burgemeesterschap was de uittredende burgemeester Charles de Moffarts. Van de 37 kiezers bekwam hij 36 stemmen.

Ook de twee uittredende schepenen, dokter De la Brassinne en Jean-Pierre Huygen werden opnieuw als assessoren of schepenen gekozen, de eerste met 34 stemmen, de tweede met 22 stemmen.

Vervolgens kwamen de volgende zes raadsleden uit de bus:

37 stemmen Jan Buckinx
35 stemmen Pierre Paquay
34 stemmen Lambert Somers
28 stemmen Theodore Clerx
26 stemmen Arnold Noben
26 stemmen Willem Lambrechts

De gouverneur van Limburg keurde op 4 november 1830 de verkiezingen van Hoeselt goed en beval over te gaan tot de installatie van de nieuwe gemeenteraad.

Martin Baerten, ontvanger van directe belastingen van Bilzen, werd beopdracht om de installatie van de nieuwe gemeenteraad te leiden.


Allen kwamen samen op het toenmalige gemeentehuis, de oude kapelanij op de kerkhofgracht op 11 november om 10 uur in de voormiddag en legden er de eed af. Een nieuw hoofdstuk in de gemeentelijke geschiedenis kon beginnen.


Deze nieuwe gemeenteraad bleef in functie totdat de gemeentewet van 30 maart 1836 was goedgekeurd en nieuwe verkiezingen waren gehouden op 14 juli 1836.








Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be