Hoeselt Vrugger   |     Contact   |     Zoeken
 
 

 

Ach zo zat dat

Februari 1583: een sprong in de tijd

25 februarii 1583 stylo novo: twee kleine woordjes "nieuwe stijl" of "nieuwe tijd" in het register van de Hoeseltse schepenbank getuigen ervan dat we stipt volgens de voorschriften van onze heer en meester, de prins-bisschop van Luik, overstapten op de nieuwe kalender en zonder verpinken 10 dagen uit onze tijdrekening geschrapt hebben...
Hoe zat dat?

In de eerste eeuw voor Christus werd de duur van een zonnejaar berekend op 365 dagen en 6 uren. Vanuit die wetenschap liet Julius Caesar de Romeinse kalender hervormen en zijn opvolger, keizer Augustus, verbeterde nog enkele onvolmaaktheden uit de versie van zijn voorganger. Het jaar telde vanaf dan 12 maanden, elke maand kreeg het aantal dagen dat ze nu nog heeft en elk jaar dat een veelvoud was van 4 werd een schrikkeljaar. De oude vijfde en zesde maand werden als eerbetoon aan de hervormers voortaan juli en augustus genoemd. Deze kalender staat bekend als de Juliaanse kalender.

Probleempje...
Nu blijkt dat een zonnejaar niet precies 365,25 dagen duurt, maar wel 365,2422 dagen. Dit kleine verschil maakte dat met het voortschrijden van de tijd de natuur alsmaar meer voorliep op de kalender.

Lente
De lente begint op de dag van de lente-equinox of lente-evening. Dat is de dag waarop de zon precies in het oosten opkomt en dag en nacht precies even lang zijn; normaal gezien is het op die dag 21 maart. Maar in de 16de eeuw viel de lente-equinox op 11 maart. De kalender liep toen dus 10 dagen achter op de natuur. En dat vormde in de eerste plaats een liturgisch probleem...

Pasen
Jezus is verrezen na het joodse paasfeest en dus wilde de kerk het christelijk paasfeest vieren na het joodse. Ze had een systeem uitgedacht om de datum van haar paasfeest zó te bepalen dat het altijd ná het joodse zou vallen: pasen moest gevierd worden op de eerste zondag na de volle maan die volgde op de lente-equinox. Zo sluitend was die methode niet en zeker in de late middeleeuwen gebeurde het dat het christelijk paasfeest vóór het joodse viel. Dit laatste begon ongeveer in het midden van de maand niesan, dat is de maand die overeenkomt met de periode van half-maart tot half-april.

paus Gregorius XIII

Gregorius XIII (Ugo Buoncompagni, 1502-1585)
Het concilie van Trente (geëindigd in 1563) besloot dat de paus het probleem moest oplossen en de kalender aanpassen. Het was paus Gregorius XIII die in 1582, geholpen door de wetenschap, de Juliaanse kalender hervormde:

- In 1582 werd 4 oktober onmiddellijk gevolgd door 15 oktober. Zo zou in 1583 de lente-equinox weer op 21 maart vallen.
- In de toekomst zouden de jaartallen die deelbaar zijn door 4 een schrikkeljaar blijven. Maar van de eeuwjaren bleven alleen de veelvouden van 400 als schrikkeljaar over. Dit voorkwam dat het probleem zich in de toekomst zou herhalen.

De nieuwe kalender, die ook de huidige is, wordt de Gregoriaanse kalender genoemd.




De trein der traagheid
Met de pauselijke bul Inter Gravissimas ["onder (onze) zeer belangrijke (bezorgdheden)..."] werd in februari 1582 de nakende kalenderaanpassing aan de katholieke wereld kond gedaan.

Alleen in Italië, Spanje en Portugal gebeurde de overstap in de nacht van 4 naar 15 oktober 1582.
Het was de taak van de (katholieke) landheren om de overgang naar de nieuwe tijdrekening te verordenen. Zo komt het dat zelfs in onze nabije omgeving niet iedereen op hetzelfde moment Gregoriaans ging dateren.
In het prins-bisdom Luik zette men de stap op 10 februari 1583, dag die onmiddellijk gevolgd werd door 21 februari 1583.
In de Zuidelijke Nederlanden (Vlaanderen, Brabant,...) en in een deel van de Noordelijke Nederlanden was de overstap al in december 1582 gebeurd, maar het bisdom Keulen bijvoorbeeld wachtte tot in november 1583. De landen die geen boodschap hadden aan een pauselijke bul, zoals de protestantse gebieden, ook Engeland en Ierland, zouden merendeels wachten tot in de 18de eeuw om hun kalender aan te passen. Rusland wachtte zelfs tot in 1918!


Terug naar Hoeselt
Voor het jaar 1583 is het betreffende schepenregister onze enige plaatselijk geschreven bron. De woorden stylo novo, die zeker niet terloops geschreven zijn, vormen dus het enige bewijs dat het mandement of bevel van de landheer hier onmiddellijk is opgevolgd.

Om volledig te zijn
Tijdelijk, van 1798 tot 1805, was in onze gewesten de Franse Republikeinse kalender in gebruik. Een episode uit de tijdrekening om vlug te vergeten...


Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be