Hoeselt Vrugger   |     Contact   |     Zoeken
 
 

 

Voorvaderen

Louis Somers

deel van de tekst op het gedenkteken

Centraal op het herdenkingsteken voor de Hoeseltse gesneuvelden prijken de namen van de Hoeselaren die het leven lieten op het slagveld van de Grote Oorlog. Met enige moeite vindt men op de voet van een ander zijvlak van die herdenkingszuil de verweerde tekst:

SOMERS LOUIS
BURGER GEFUSILEERD TE LUIK 29-6-16



Wie hij was
Louis Somers werd geboren in 1878 als oudste zoon van Willem Alphonse Somers en Hubertine Biesmans. Zijn vader was bakker en een geboren Hoeselaar. Zijn moeder was afkomstig uit Lummen. Het gezin, waarin tien kinderen geboren zijn, woonde in het Dorp in de woning waar nu bakkerij Barzeele gevestigd is.
Somers Louis

Louis studeerde anderhalf jaar aan het collège Saint-Roch in Ferrières, maar een ernstige longontsteking maakte een einde aan zijn studies. Hij keerde niet terug naar het college, bleef thuis en leerde de bakkersstiel van zijn vader.
In 1905, na vier jaar legerdienst, trouwde hij met zijn dorpsgenote Micheline-Marie-Louise Clercx, geboren in 1876, dochter van Theodoor Clercx (Hoeselt) en Anna-Catharina Bollen (Bilzen).

Het jonge paar opende een bakkerij in Bilzen. Het lot was hen echter niet gunstig gezind. Een tijdje na de geboorte van hun dochtertje Micheline (1906) werd mama Micheline ziek. Wegens de ziekte van zijn vrouw was voor Louis het runnen van de bakkerij in Bilzen niet meer haalbaar en keerde het gezinnetje terug naar Hoeselt waar Micheline in 1908 gestorven is. Louis en zijn dochtertje namen hun intrek in de ouderlijke woning Somers.

Hoeselt bezet
De oorlog breekt uit op 4 augustus 1914.
Al een dag later is er melding van Duitse verkenners in onze omgeving en op vrijdag 14 augustus komen de eerste troepen in Hoeselt aan. Ze bezetten de gemeente. Wapenbezit is verboden, de avondklok wordt ingesteld.
Die avond en de daaropvolgende nacht wordt er geschoten in het centrum van het dorp. Door de burgers - zeggen de Duitsers. Een dubbel vergrijp: wapengebruik en schending van de avondklok.
De Duitse bezetter gijzelt onmiddellijk zes inwoners en bedreigt hen met executie!
De zes gijzelaars zijn: Matthijs Jehaes, burgemeester; Louis Huygen, secretaris; Eugeen Huygen, houthandelaar; Hendrik Peters, koster; Louis Somers, bakker; Jozef Somers, broer van Louis en seminarist.
Niet alleen in Hoeselt werd er in die dagen door de burgers geschoten. In Bilzen en andere nabijgelegen gemeenten zijn onder hetzelfde voorwendsel inwoners gegijzeld en terechtgesteld.
Waarom Somers
Men kan zich afvragen waarom de broers Somers onder de gegijzelden zijn. Onrechtstreeks heeft Louis er aanleiding toe gegeven! Bij hun intrede in Hoeselt, eerder diezelfde vrijdag, stelen de Duitsers al dadelijk een partij flessen geestrijke drank uit de winkel van de gezusters Somers. Hun broer Louis komt op voor zijn zussen en probeert krachtdadig verdere plundering te voorkomen. Geen vierentwintig uur later zoeken diezelfde Duitsers gijzelaars...

Inmiddels in het gemeentehuis
De zes gijzelaars zijn tezamen onder bewaking opgesloten in het gemeentehuis. Het verdict van de Duitsers luidt kort en bondig: als er in Hoeselt nog één vijandige daad wordt gesteld volgt de onmiddellijke terechtstelling van de gijzelaars.
Jozef Somers, seminarist, bidt met de gegijzelden. Ze bereiden zich voor op de dood.

Nog erger
Verschillende Duitse soldaten blijken zaterdagmorgen ziek te zijn: "De Hoeselaren hebben het bronwater vergiftigd!!" Nu wordt ermee gedreigd het hele dorp plat te branden.
De legerdokter onderzoekt het water en moet toegeven dat er van vergiftiging geen sprake is. De Duitse gemoederen blijven echter verhit.
Hoeselt beeft en bidt.

Zaterdagavond: een nieuw schot
Zaterdagavond, 15 augustus, klinkt er opnieuw een schot in het centrum van het dorp. Plaats delict: de omgeving van het winkelhuis Peters ("bij de koster", in het midden van het dorp, niet ver van het toenmalig huis Somers). De Duitsers van wacht bestormen het huis Peters en sleuren de negentienjarige zoon Jozef, bont en blauw geslagen, naar de gemeentelijke kolenbergplaats waar ze hem opsluiten.
Zowel Jozef Peters als de zes gijzelaars in het gemeentehuis krijgen de boodschap dat ze 's anderdaags zullen erschossen worden.
Tegelijk ontstaat er tumult onder de in het dorp gestationeerde soldaten die, veelal dronken, in het wilde weg rondschieten en nogmaals dreigen met brandstichting. Ze voeren zelfs al bussen benzine aan...

Maria Peters, de heldhaftige
Ten huize Peters hebben ze blijkbaar het hoofd koel gehouden. Dochter Marie onderwerpt, niettegenstaande de spertijd, de omgeving van het huis aan een nauwkeurig onderzoek en - o wonder - ze ontdekt een kogel in één van de ramen! Marie aarzelt niet en gaat met de kogel naar de Oberkommandant die kwartier houdt in de riante woning van de op rust gestelde Franse kapitein 't Kint de Rodebeke (nu: het kasteel 'van Bockrijck'). De kogel wordt door de commandant geïdentificeerd als afkomstig uit een Duits geweer. Hij neemt een correct besluit: de gevangenen moeten morgen vrijgelaten worden.

Zondag 16 augustus, gemeentehuis
De gijzelaars én Jozef Peters, toegevoegd aan hun groepje, verkeren nog altijd in de waan dat hun laatste uur geslagen is. Dan verschijnt een Duitse officier die eerst nog probeert hen met verbaal geweld te intimideren, maar hen uiteindelijk met een briesend heraus! naar buiten schopt.

Impact van een gijzeling
Zoveel onrecht, zoveel verbittering... ieder van de gegijzelden zal die ingrijpende ervaring een plaats moeten geven in zijn leven. Twee van hen kiezen voor de daad. Jozef Peters neemt de dag zelf van zijn vrijlating de beslissing vrijwillig dienst te nemen in het Belgisch leger. Hij zal nog vier jaar lang het vaderland dienen.
En Louis?

Datzelfde weekend in Bilzen
In Bilzen vinden op zaterdag gelijkaardig incidenten plaats: er is geschoten...
Op zondag houden de bezetters een razzia en arresteren, blijkbaar naar willekeur, verschillende burgers die onmiddellijk gefusilleerd worden. Eén van hen is Simon Daenen, zwager en boezemvriend van Louis Somers.

Maandag
Louis verneemt de executie van zijn schoonbroer. Zoveel onrecht...
Ook hij zal vrijwillig dienst nemen in het Belgisch leger dat in het oorlogsvrije Nederland gevormd wordt.

Spion
Aangekomen in Vlissingen, heeft Louis een onderhoud met een officier van de inlichtingendienst. De voorstellen spreken hem aan, hij heeft zijn roeping gevonden: spioneren voor het vaderland!
Stap voor stap zet hij een netwerk op van spionnen: hij recruteert hen in en rond Hoeselt, in Kinkempois bij Luik, in Ans, Tongeren, Hasselt, Lanaken en Leopoldsburg. Zij rapporteren aan Louis, die de verzamelde inlichtingen doorspeelt aan de geallieerden. Het gaat over troepenbewegingen, vervoer van oorlogsmateriaal, de houding van de bevolking. Zijn belangwekkenste informatie betreft de proeven met stikstof die de Duitsers in het voorjaar 1915 in Heusden (Limburg) uitvoerden op honden. Het gas zou al in april van dat jaar in de Westhoek gebruikt worden...

Hoeseltse informanten
Drie Hoeseltse informanten zijn met naam gekend.
Antoon Nijs en Jan Dewit houden nauwlettend het transport - per trein - van oorlogsmateriaal in de gaten.
Emiel Wouters, uit de Cabergstraat, heeft een Schein of verplaatsingsbewijs en gaat elke dag werken in Maastricht. Hij is degene die Louis' geheime berichten over de grens smokkelt en ze aflevert bij ene Frans Davin.

Davin
Frans Davin heeft vele jaren in Hoeselt gewoond, is er gemeenteraadslid geweest en is bij het begin van de oorlog uitgeweken naar Maastricht. Hij speelt de ontvangen gegevens door aan de inlichtingsdienst van de geallieerden in Nederland. Hij is ook degene die ervoor zorgt dat de brieven van de Belgische frontsoldaten aan hun familie worden bezorgd.
Na enige tijd vindt Davin de situatie te gevaarlijk voor Emiel Wouters. Wouters zou de kogel krijgen als de Duitsers hem ooit betrapten met geheime informatie tussen zijn boterhammen! Frans Davin laat aan Louis een boodschap bezorgen waarin hij hem verwijst naar een zeer betrouwbaar man met schuilnaam Corvers, die Louis elke week als contactpersoon zal kunnen ontmoeten in de drankgelegenheid "Le Phare" te Luik.

Corvers
De Nederlander Corvers is inderdaad op de afspraak in café Le Phare en Louis Somers overhandigt hem een pakket geheime informatie. Het bundeltje komt probleemloos bij Davin terecht. Dit wordt de nieuwe overdrachtsroute!

Verraden
Donderdag 6 april 1916, tussen vier en vijf uur in de namiddag.
Louis is ruim op tijd in Le Phare en wacht op Corvers. Die komt eraan, maar niet alleen: hij brengt twee Duitse officieren mee die Louis fouilleren en arresteren. Ze hebben op hem inderdaad bezwarend materiaal gevonden.
Louis wordt opgesloten in de St.-Leonardgevangenis van Luik, in cel 181. Zijn eerste brieven schrijft hij, bij gebrek aan pen en inkt, met een nagel en zijn bloed. Ze zijn bestemd voor zijn broer Jozef, ondertussen kapelaan in de parochie St.-Marguerite in Luik, en zijn familie in Hoeselt.
De aalmoezenier van de gevangenis smokkelt de brieven naar buiten.

Huiszoekingen
Eerder dan de brieven, vallen in Hoeselt de Duitsers binnen in het ouderlijk huis Somers en in de winkel van de gezusters. Zij melden de arrestatie van Louis en doorzoeken de woningen naar geheime of compromitterende documenten. Ook de kapelanij van broer Jozef in Luik krijgt een dergelijk bezoek.

Drie maanden
Ondervragingen, folteringen, proces, vonnis. Vanaf het eerste moment van zijn gevangenschap is Louis ervan overtuigd dat hij ter dood veroordeeld en geëxecuteerd zal worden. Het proces, dat vrij lang duurt, resulteert op 27 juni zoals verwacht in een doodvonnis.

De voorlaatste dag
Broer Jozef krijgt de toestemming om Louis te bezoeken: een kwartier, in aanwezigheid van een Duitse officier. Het weerzien is erg emotioneel. Als de tranen gedroogd zijn vertrouwt Louis aan zijn broer de zorg voor zijn dochter toe en bespreken ze praktische zaken.

De Chartreuse
Na het vertrek van Jozef wordt Louis overgebracht naar de gevangenis waar de terechtstelling zal plaatsvinden: de Chartreuse. Hier schrijft Louis een reeks brieven: aan zijn kind, aan zijn familie, aan zijn vrienden... En zijn testament.
De Duitse aalmoezenier en Louis bidden samen de rozenkrans, de één in het Duits, de ander in het Nederlands. Tenslotte draagt de aalmoezenier de mis op.

De executie vindt plaats om vier uur in de ochtend van donderdag 29 juni 1916.

De familie, verwittigd - maar wellicht niet tijdig, komt te laat in Luik aan om Louis nog in leven te zien.

Eretekens
Na de wapenstilstand kennen zowel de Belgische als de Franse regering postuum eretekens toe aan Louis Somers.
Zijn dertienjarige dochter Micheline neemt de eerbewijzen in ontvangst:
  1. het Kruis met de Gouden Zoom van Ridder in de Leopoldsorde;

  2. het Frans Oorlogskruis met Palmen;

  3. een erediploma, ondertekend door maarschalk Pétain;

  4. de mededeling dat Pétain aan de Franse regering heeft voorgesteld Louis Somers postuum te benoemen tot Ridder in het Erelegioen.

De overbrenging
In de vroege ochtend van maandag 25 augustus 1919 wordt het lichaam van Louis Somers per trein naar Hoeselt overgebracht. De wachtkamer van het station is omgevormd tot rouwkapel. Vanaf acht uur schuift het volk aan om Louis een laatste groet te brengen. Een indrukwekkende stoet voert de lijkkist naar de kerk. Teslotte, na een zielemis en tal van toespraken, worden de stoffelijke resten van de Hoeseltse held, onder begeleiding van de vaderlandse hymne, in Hoeseltse grond te rusten gelegd.

"Gij zijt de roem, de eer van Hoeselt"



Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be